|
SGD nieuwsbrief November 2016 | ||||||||||||
Uitschrijven - webversie | ||||||||||||
Periodieke nieuwsbrief | ||||||||||||
Deze Nieuwsbrief verschijnt 4 keer per jaar. U ontvangt deze Nieuwsbrief omdat u staat ingeschreven in één van de registers van de Geborgde Dierenarts. Deze Nieuwsbrief informeert u over ontwikkelingen binnen de regeling. Mocht u opmerkingen of vragen hebben over de inhoud of de uitvoering van de regeling, neemt u dan contact op met uw vertegenwoordigers in het College van Belanghebbenden van de desbetreffende regeling. U kunt uw opmerkingen en vragen ook richten aan het secretariaat van de SGD via info@geborgdedierenarts.nl |
||||||||||||
Agenda | ||||||||||||
Vergaderingen 4e kwartaal 2016 van de Colleges van Belanghebbenden (CvB’s) en het SGD-bestuur:
|
||||||||||||
|
||||||||||||
Eind vorig jaar is besloten tot invoering van de gedifferentieerde auditfrequentie per 1-1-2017. Hierdoor wordt -als de geborgde dierenarts bewezen heeft de praktijk op orde te hebben- de lastendruk die de audits veroorzaken verlaagd en worden kosten bespaard. De gedifferentieerde auditfrequentie houdt in dat u een certificaat met een geldigheidsduur van 2 jaar ontvangt, wanneer u in de audit 3 of minder minors behaalt en geen major(s). Dit staat benoemd op het certificaat. De eerstvolgende reguliere audit is dan dus niet over 1 jaar maar over 2 jaar. In 2016 zijn alle dierenartsen geaudit. Het resultaat van deze audit bepaalt of u in 2017, of in 2018 opnieuw geaudit wordt. Om dit begrijpelijk op te nemen in de beslissingsprotocollen, is de term ‘jaarlijkse audit’ vervangen door ‘reguliere audit’. Het is overigens niet zo dat wanneer er geen reguliere audit hoeft plaats te vinden, er ook geen andere controles kunnen zijn, zoals bijv. een bijwoning van het Periodiek Bedrijfs Bezoek (PBB) van Geborgde Rundveedierenartsen, of een andersoortige niet-reguliere audit. |
||||||||||||
Gevolgen voor regelingen SGD van wijzigingen in de wettelijke UDD-regeling | ||||||||||||
Op 1 januari 2017 wordt een wijziging van de wettelijke UDD-regeling van kracht. Deze heeft met name betrekking op het inzetten van 2e keuzemiddelen door de veehouder. Zo mogen in het BBP 2e keuzemiddelen worden opgenomen ter behandeling door de veehouder van maximaal 3 in het BBP bepaalde aandoeningen. Voorwaarde is dat in het BGP de noodzaak om middelen van 2e keuze voorhanden te hebben is onderbouwd en de maatregelen zijn benoemd om uitbraak van de ziekte/aandoening te bestrijden en te voorkomen. Deze wettelijke wijziging van de UDD-regeling vergt aanpassingen in de regelingen van de SGD. Deze worden hieronder per regeling benoemd. Voor de regeling Geborgde Varkensdierenarts gaat het om het opnemen van bovengenoemde wijziging van de UDD-regeling in de normvoorschriften van het boordelingsprotocol die betrekking hebben op het BBP en BGP. Voor de Geborgde Rundveedierenarts vereist de gewijzigde UDD-regeling opname van de wijziging van de UDD-regeling in het SGD-Besluit dat gaat over de minimumeisen te stellen aan het BGP en BBP. Het beoordelingsprotocol van de Geborgde Rundveedierenarts verwijst naar dit Besluit. Dit Besluit staat vermeld op de website van de SGD. Omdat het beoordelingsprotocol van de SGD regeling Geborgde Kalverdierenarts verwijst naar het format dat vastgesteld is door IKB Kalf, hoeft de regeling van de SGD niet te worden gewijzigd. Voor de regeling Geborgde Pluimveedierenarts is er ook geen wijziging, omdat binnen de pluimveesector geen behandelingen voor individuele dieren met 2e keuzemiddelen worden voorgeschreven.
Daarnaast bepaalt de nieuwe wettelijke UDD-regelgeving dat wanneer de veehouder een ‘structureel laag antibioticagebruik’ heeft, hij geen jaarlijkse reductiedoelstelling meer hoeft op te nemen in het BGP. Per diergroep wordt bepaald wanneer sprake is van een structureel laag antibioticagebruik. Deze Nieuwsbrief zal u hierover informeren wanneer de criteria beschikbaar zijn.
Uitnodiging tot verminderen en/of vereenvoudigen van de normvoorschriften
Om te zorgen dat er niet alleen maar normvoorschriften worden toegevoegd, heeft het SGD-bestuur de Colleges van Belanghebbenden uitgenodigd om voorstellen te doen voor het verminderen of vereenvoudigen van de normvoorschriften. Voorwaarde hiervoor is dat de basis en de kwaliteit van het borgingssysteem niet wordt aangetast. |
||||||||||||
Geborgde Rundveedierenarts | ||||||||||||
![]() |
||||||||||||
Stand van zaken IOD-BGP 2016 Het College van Belanghebbenden van de Geborgde Rundveedierenarts beraadt zich in de novembervergadering over de wijze van toetsing van het BGP in 2017 en 2018. |
||||||||||||
Scholingsverplichting na niet succesvol afronden ePBB-toets Nota bene: Het volgen van de scholing en het vervolgens aansluitend aan de scholing halen van de toets is voor deze Geborgde Rundveedierenartsen belangrijk: indien niet aan de vereisten wordt voldaan, levert dat een major tekortkoming op.
Stand van zaken Bijwoningen PBB Los van de bijwoningen in opdracht van de SGD doet het COKZ ook een aantal bijwoningen van het PBB. Het COKZ ziet toe op naleving van nationale en Europese wet- en regelgeving.
Gebruik de meest recente versie 1-op-1 overeenkomst SGD |
||||||||||||
Geborgde Varkensdierenarts | ||||||||||||
![]() |
||||||||||||
IKB NL Varken heeft de SGD begin september 2016 verzocht de overeenkomst van IKB NL Varken te erkennen binnen de SGD. Het College van Belanghebbenden Geborgde Varkensdierenarts zal hierover op 8 november een advies geven aan het SGD–bestuur. Het SGD-bestuur heeft besloten tot 1 januari 2017 het naleven van normvoorschrift GDR.104 wel te auditen, maar niet te sanctioneren. Dit normvoorschrift luidt: ‘Er wordt gebruik gemaakt van de volledig en naar waarheid ingevulde en ondertekende standaardovereenkomst tussen varkenshouder en dierenarts conform RGV bijlage 1’ (dit is de SGD-overeenkomst). Voor de goede orde: het niet-sanctioneren geldt alleen voor het normvoorschrift GDR.104 uit het beoordelingsprotocol van de Geborgde Varkensdierenarts. Er wordt wel gesanctioneerd op het naleven van de normvoorschriften die voortvloeien uit de 1-op-1 overeenkomst van de SGD en de overige voorschriften van het beoordelingsprotocol. |
||||||||||||
Uitwerking normvoorstel Online Monitoring |
||||||||||||
Geborgde Pluimveedierenarts | ||||||||||||
![]() |
||||||||||||
Ontwikkeling nieuw model BGP/BBP |
||||||||||||
Geborgde Vleeskalfdierenarts | ||||||||||||
![]() |
||||||||||||
Nieuw lid College van Belanghebbenden | ||||||||||||
Piet Wisse, afgevaardigde van LTO en vleeskalverhouder te Walterswald (Friesland) volgt de heer Willeam Schoonhoven op als lid van het CvB Geborgde Vleeskalverendierenarts. |
||||||||||||
Recidive-regeling opgenomen in het beslissingsprotocol per 1-1-2017 In het beslissingsprotocol van de Geborgde Vleeskalverendierenarts wordt vanaf 1 januari 2017 opgenomen dat bij het constateren van een minor op hetzelfde voorschrift voor de tweede opeenvolgende keer, deze tekortkoming automatisch met een major wordt beoordeeld. Dit normvoorschrift maakt op dit moment al deel uit van het beslissingsprotocol van de Geborgde Rundveedierenarts. |
![]() |