|
SGD nieuwsbrief Q1-2017 | ||||||||||||
Uitschrijven - webversie | ||||||||||||
De SGD-Nieuwsbrief informeert over de ontwikkeling van de regelingen van de SGD. De inhoud van de regelingen wordt opgesteld door de Colleges van Belanghebbenden en wordt getoetst en goedgekeurd door het SGD-bestuur. Heeft u opmerkingen of vragen, neem dan contact op met uw vertegenwoordigers in het College van Belanghebbenden. U vindt de samenstelling van deze colleges op de website van de SGD. U kunt uw vragen of opmerkingen ook richten aan het secretariaat via info@geborgdedierenarts.nl. Deze Nieuwsbrief verschijnt 4 keer per jaar. Alle geborgde dierenartsen ontvangen deze nieuwsbrief automatisch. Anderen ontvangen de SGD-Nieuwsbrief omdat ze zich hiervoor hebben opgegeven. |
||||||||||||
Vergaderdata Colleges van Belanghebbenden en SGD-bestuur 2e kwartaal 2017 |
||||||||||||
|
||||||||||||
Samenstelling bestuur SGD: nieuw bestuurslid Toon van Hoof |
||||||||||||
Op 24 maart jl. is de heer A.J.M. (Toon) van Hoof conform statuten benoemd tot lid van het SGD-bestuur. Toon van Hoof is een ervaren bestuurder. In het recente verleden is hij onder meer portefeuillehouder diergezondheid van LTO, lid van de commissie Diergezondheid Kwaliteit Runderen en voorzitter van ABRES Rundveehouderij geweest. Momenteel is hij voorzitter van de stuurgroep IBR BVD. Gezien zijn brede ervaring is hij bekend met het werkveld van dierenartsen, veehouders en de voedselproducerende industrie. Het SGD-bestuur is van oordeel dat Toon van Hoof door zijn inzicht in de materie, zijn kennis van de maatschappelijke en politieke discussie en zijn netwerk bij betrokken partijen, als bestuurslid een grote meerwaarde heeft voor het realiseren van de doelstelling van de SGD. Zijn eerdere verbondenheid aan LTO doet aan zijn onafhankelijkheid niet af. Toon volgt Geart Benedictus op in het bestuur van de SGD. Het bestuur van de SGD is Geart erkentelijk voor zijn inzet en inbreng vanaf de start van de SGD in 2011. |
||||||||||||
Resultaat 2016 van de regeling betreffende de gedifferentieerde auditfrequentie |
||||||||||||
In 2016 is om invulling te geven aan de administratieve lastenverlichting de regeling voor een gedifferentieerde auditfrequentie ingevoerd. Dit houdt o.a.in dat geborgde dierenartsen die geen major tekortkoming én drie of minder minors hebben, in aanmerking komen voor een auditfrequentie van eens in de twee jaar in plaats van één keer per jaar. Hieronder is per regeling te zien welk percentage van de geborgde dierenartsen in 2016 een certificaat met een geldigheidsduur van 2 jaar uitgereikt heeft gekregen.
|
||||||||||||
Resultaat 2016 van de invoering recidive-regeling |
||||||||||||
In de regelingen van de Geborgde Rundveedierenarts, de Geborgde Varkensdierenarts en de Geborgde Vleeskalverdierenarts wordt gewerkt met de ‘recidive-regeling’. Deze regeling heeft tot doel het vrije grote aantal minor tekortkomingen omlaag te brengen. |
||||||||||||
De meest voorkomende tekortkomingen in audits |
||||||||||||
Hieronder een overzicht van de tekortkomingen die relatief vaak geconstateerd worden tijdens de audits: t.a.v. de 1-op-1 overeenkomsten:
t.a.v. het Bedrijfsgezondheidsplan (BGP) en het Bedrijfsbehandelplan (BBP):
t.a.v. (de registratie van) diergeneesmiddelen:
|
||||||||||||
Geborgde Rundveedierenarts | ||||||||||||
![]() |
||||||||||||
Bijwoningen Periodiek Bedrijfsbezoek: een duidelijk beter resultaat |
||||||||||||
In opdracht van de SGD heeft Qlip in 2016 bijwoningen uitgevoerd bij 58 dierenartsen om te toetsen in hoeverre het Periodiek Bedrijfsbezoek wordt uitgevoerd conform het Protocol Periodiek Bedrijfsbezoek. Uit de bijwoningen blijkt dat alle dierenartsen bekend zijn met het protocol Periodiek Bedrijfsbezoek. De bezoeken zijn ook in alle gevallen uitgevoerd conform protocol. Tijdens de bijwoningen is geconstateerd dat er geen attentiedieren zijn ‘gemist’. In enkele gevallen zijn er echter meer attentiedieren opgeschreven dan volgens het PBB-waarnemingsprotocol vereist is. Voor melkveehouders is de consequentie hiervan dat van deze dieren geen melk mag worden geleverd. |
||||||||||||
Resultaat toetsing Bedrijfsgezondheidsplan 2016 |
||||||||||||
In 2016 is van iedere geborgde Rundveehouder met 1-op-1 relaties een Bedrijfsgezondheidsplan besproken in intercollegiaal overleg en getoetst door de faculteit Diergeneeskunde te Utrecht. De toetsing in 2015 leverde 25 % ‘onvoldoende’ scorende BGP’s op. In 2016 scoorde 10,6 procent van BGP’s een onvoldoende. De dierenartsen die een onvoldoende scoorden zitten momenteel in het herstelbeoordelingstraject. Deze herstelbeoordeling bestaat eruit dat binnen 3 maanden hetzij 3 ‘oude BGP’s van UBN’s aan te wijzen door de Certificerende Instelling’, hetzij 3 nieuwe nog op te stellen BGP’s ter toetsing worden aangeboden aan de faculteit Diergeneeskunde. De kosten hiervan bedragen 150 euro. In juni a.s. zullen de resultaten hiervan bekend zijn. |
||||||||||||
Toetsing Bedrijfsgezondheidsplan 2017 |
||||||||||||
Voor de toetsingen in de tweede helft van 2017 geldt het volgende:
Wordt een onvoldoende behaald dan volgt het herstelbeoordelingstraject dat ook geldt voor 2016 (zie onder bovenstaand kopje). In de volgende SGD-Nieuwsbrief leest u meer over de organisatie en de kosten van de toetsing BGP en borging in 2017 en 2018. |
||||||||||||
Aanpassing beoordelingsprotocol betreffende de vastlegging van geleverde diergeneesmiddelen |
||||||||||||
GDA.03 gaat over het invoeren van alle op voorschrift geleverde diergeneesmiddelen in de centrale databank, GDA.06 gaat over het correct invoeren van de specificaties van antibiotica. VERIN heeft in het CvB Geborgde Rundveedierenarts aangegeven dat dit regelmatig leidt tot onduidelijkheid tijdens de audits: gaan de voorschriften nu over alle antibiotica of over alle op voorschrift geleverde diergeneesmiddelen? Het CvB Geborgde Rundveedierenarts heeft hierop de SGD geadviseerd om in beide voorschriften op te nemen dat het gaat over alle (op voorschrift geleverde) diergeneesmiddelen, daar hierdoor de onduidelijkheid weggenomen wordt en daar dit overeenkomt met het doel van de regeling. Het SGD-bestuur heeft dit voorstel bekrachtigd. Deze wijziging wordt doorgevoerd op 1 juli 2017. |
||||||||||||
Herzien formularium Melkvee en Vleeskalveren & Vleesvee |
||||||||||||
Normvoorschrift GDVC.02c schrijft voor dat het Bedrijfsspecifieke Behandel Plan dient te voldoen aan de meest recente versie van het formularium Melkvee en het Formularium Vleeskalveren en Vleesvee. Deze formularia zijn onlangs herzien. De recente versies treft u aan via de website van Werkgroep Veterinair Antibiotica Beleid: http://www.wvab.nl/formularia. Hier treft u het formularium Melkvee versie 1.1 van december 2016 en het formularium Vleeskalf en Vleesvee versie 1.0 van maart 2017. Om te voorkomen dat alle bestaande BBP’s na het verschijnen van een nieuw formularium gelijk allemaal moeten worden aangepast is de werkafspraak met de Certificerende Instelling dat de BBP’s die na de datum van het publiceren van deze gewijzigde formularia worden opgesteld of geëvalueerd, volgens het nieuwe formularium worden opgesteld of geëvalueerd en aangepast. |
||||||||||||
Naar aanleiding van vragen bij het secretariaat over controle voorschrift GDA.07: de vierkantsvergelijking |
||||||||||||
Voorschrift GDA.07 stelt: de dierenarts voert ten minste eenmaal per kalenderjaar een nauwkeurige controle van de diergeneesmiddelenadministratie uit door vergelijking van de ontvangen en afgeleverde diergeneesmiddelen met de aanwezige voorraden, ten bewijze waarvan een verslag wordt gemaakt dat in elk geval de geconstateerde verschillen bevat. Dit betekent in de praktijk van de audit dat bij de audit in 2017 een verslag aanwezig moet zijn over het kalenderjaar 2016. |
||||||||||||
Geborgde Varkensdierenarts | ||||||||||||
![]() |
||||||||||||
(reeds verzonden via Extra Nieuwsbrief aan Geborgde Varkensdierenartsen) |
||||||||||||
Begin 2016 heeft IKB Nederland Varken de bilaterale overeenkomst varkenshouder- varkensdierenarts gewijzigd en gecommuniceerd dat varkenshouders aangesloten bij IKB Nederland Varken geen 1-op-1 overeenkomst met een geborgde varkensdierenarts hoeven te hebben. Het niet hanteren van de SGD-1-op-1 overeenkomst levert een tekortkoming op in de audit ten behoeve van registratie als geborgde varkensdierenarts. In afwachting van een oplossing voor het probleem waarvoor varkensdierenartsen zich gesteld zagen -nl. het afsluiten van 2 bilaterale overeenkomsten indien een varkenshouder is aangesloten bij IKB Nederland Varken-, heeft de SGD in 2016 besloten om voorlopig niet te sanctioneren op de tekortkoming op het normvoorschrift betreffende het afsluiten van de 1-op-1 overeenkomst van de SGD. In september 2016 heeft IKB NV een verzoek tot erkenning van de 1-op-1 overeenkomst van IKB Nederland Varken gericht aan de SGD. In december 2016 heeft de SGD de voorwaarden gecommuniceerd waaronder erkenning van de door IKB Nederland Varken opgestelde 1-op-1 overeenkomst mogelijk is. Kortgezegd houden die voorwaarden in dat de 1-op-1 overeenkomst van IKB Nederland Varken gelijkwaardig dient te zijn aan de SGD-overeenkomst, en dat wordt voldaan aan de vereisten die noodzakelijk zijn om de afspraken in het Convenant Antibiotica-resistentie na te leven en verder te ontwikkelen. In hetzelfde schrijven heeft het SGD-bestuur IKB Nederland Varken uitgenodigd voor overleg. Helaas heeft dit overleg nog niet plaatsgevonden. Het overleg staat gepland op 15 mei a.s. Dit heeft ertoe geleid dat de SGD heeft bepaald dat tot 1 juli 2017 niet wordt gesanctioneerd op het niet-nakomen van de verplichting om de 1-op-1 overeenkomst van de SGD te hanteren. Het niet-sanctioneren geldt alleen voor dit normvoorschrift, niet voor de voorschriften die voortvloeien uit de 1-op-1 overeenkomst. Dit betekent dat vanaf 1 juli 2017 weer wordt gesanctioneerd op het niet-nakomen van de verplichting om de 1-op-1 overeenkomst van de SGD, of een gelijkwaardige, door de SGD geaccepteerde 1-op-1 overeenkomst te hanteren. |
||||||||||||
Verplichte nascholing aangifteplichtige varkensziekten in 2017 |
||||||||||||
In de vorige Nieuwsbrief is aangekondigd dat de geborgde varkensdierenarts verplicht is in 2017 nascholing te volgen op het onderwerp aangifteplichtige varkensziekten. Er is een uitnodiging tot het verzorgen van een aanbod gedaan dat dient te voldoen aan door het College van Belanghebbenden vastgestelde eisen. In de volgende Nieuwsbrief wordt u geïnformeerd over dit aanbod en de wijze waarop u kunt deelnemen. De geborgde varkensdierenartsen die reeds hebben deelgenomen aan de scholing die KNMvD en CPD op 15 november jl. hebben aangeboden, hebben door hier aan deel te nemen reeds aan de verplichting voldaan. |
||||||||||||
Online Monitoring Varken Normvoorschrift GDVD.110 gaat over invoering van de tijdens het bedrijfsbezoek waargenomen klinische verschijnselen in de Online Monitor van de GD. Vanaf 1 april jl. is de lay-out van de Online Monitor veranderd. Bijgaande link (Online Monitoring) geeft informatie over de wijzigingen, geeft aan wat er met de data gebeurt, wat het oplevert en wie toegang heeft tot de informatie. Meer over dit laatste punt is te vinden bij de veelgestelde vragen op de website van GD. |
||||||||||||
Geborgde Pluimveedierenarts | ||||||||||||
![]() |
||||||||||||
Samenstelling College van Belanghebbenden |
||||||||||||
Het College van Belanghebbende Geborgde Pluimveedierenarts heeft 2 nieuwe leden:
Als vaste vervanger van Johan Kollenstart is benoemd Wout van Wolfswinkel. |
||||||||||||
Geborgde Vleeskalfdierenarts | ||||||||||||
![]() |
||||||||||||
(reeds verzonden via Extra Nieuwsbrief aan Geborgde Vleeskalverdierenartsen) Wijziging registratie diergeneesmiddelen Vleeskalveren in de databank |
||||||||||||
Er is besloten tot een aanvulling op het beoordelingsprotocol van de Geborgde Vleeskalverdierenarts betreffende de registratie van diergeneesmiddelen in de databank. Aanleiding is de wijziging van de berekening van de dierdagdosering voor de vleeskalverhouderij en daaruit voortvloeiend de Veterinaire Benchmark Indicator voor Vleeskalverdierenartsen. In voorschrift VKA.05 van het beoordelingsprotocol was reeds opgenomen dat ten minste de volgende gegevens over antibiotica dienen te worden ingevoerd: NAW en UBN van de houder, naam en registratienummer (UDN) van de dierenarts, de datum van levering van het antibioticum, naam en (registratie)nummer van het middel, de EAN-code en hoeveelheid. Op dit normvoorschrift is nu de volgende aanvulling gekomen:“…… daarnaast wordt het juiste subdoeldiertype vastgelegd: ‘blank’, ‘rosé start’, of ‘rosé-afmest’. Bij de typering op zgn. combi-bedrijven (met zowel rosé-start, als rosé-afmestkalveren: dus niet voor bedrijven met alleen blanke vleeskalveren, alleen rosé-start of alleen rosé-afmest) wordt de knip voor de registratie voor wat betreft ‘start’ en ‘afmest’ gelegd op 11 weken stalleeftijd”. Dit betekent dat de dierenarts die diergeneesmiddelen voorschrijft op een combi bedrijf, deze tot en met 11 weken na opzet registreert in de categorie rosé-start. Na 11 weken worden voorgeschreven diergeneesmiddelen op combi-bedrijven geregistreerd in de categorie rosé-afmest. De subcategorie ‘kalveren’ of ‘vleeskalveren’ dient voor geen enkel bedrijf met vleesklaveren meer te worden gebruikt. Deze wijziging gaat (met terugwerkende kracht) in voor de koppels die na 1 januari 2017 opgezet zijn. De wijziging is door de SGD opgenomen in het beoordelingsprotocol van de Geborgde Vleeskalverdierenarts. |
||||||||||||
CvB Geborgde Vleeskalverdierenarts ondersteunt onderzoek naar kritische succesfactoren van antibioticumgebruik op vleeskalverbedrijven |
||||||||||||
De Wageningen University & Research (WUR) voert in opdracht van de Stichting Brancheorganisatie Kalversector (SBK) en het ministerie van Economische Zaken een onderzoek uit naar kritische succesfactoren voor het reduceren van het antibioticumgebruik op vleeskalverbedrijven. Voor dit onderzoek wordt een telefonische enquête bij houders van blankvleeskalveren afgenomen. De kalverhouders worden op basis van toeval geselecteerd om deel te nemen. Dit betekent dat vleeskalverhouders uit uw praktijk de komende tijd mogelijk gebeld worden met de vraag of zij deel willen nemen aan deze enquête. Uiteraard worden de resultaten van de enquête anoniem verwerkt en zijn deze beslist niet herleidbaar naar een individueel bedrijf. SBK en het College van Belanghebbenden Geborgde Vleeskalverdierenarts vraagt aandacht voor dit onderzoek en rekent op uw ondersteuning van de medewerking van uw klanten. Wij hopen dat, mocht dat aan de orde zijn, de vleeskalverhouders uit uw praktijk ingaan op de uitnodiging om aan het onderzoek deel te nemen. Bij vragen kunt u contact opnemen met KNMvD afgevaardigden Peter Theeuwes (theeuwes@busmail.net) en/of Teus Kreuger (teus.kreuger@gmail.com) of CPD-afgevaardigde Hans Neleman (j.neleman@xs4all.nl) |
||||||||||||
Herzien model Bedrijfs Gezondheids Plan |
||||||||||||
Het Model Bedrijfsgezondheidsplan Vleeskalf is herzien. Via onderstaande link wordt u verwezen naar de website van de SGD: http://www.geborgdedierenarts.nl/Userfiles/sbk-kvk-form-060-(01)-20170301-model-bedrijfsgezondheidsplan.pdf Dit model is van kracht vanaf 1 maart jl. |
||||||||||||
Herzien formularium Vleeskalveren & Vleesvee |
||||||||||||
Normvoorschrift VKVC.102 schrijft voor dat het bedrijfsbehandelplan dient te zijn gebaseerd op het meest recente formularium. Onlangs het formularium Vleeskalveren en Vleesvee herzien. De versie 1.0 gedateerd maart 2017 is opgenomen op de website van de Werkgroep Veterinair Antibiotica Beleid: http://www.wvab.nl/formularia |
![]() |