Rapport SDa veterinaire benchmarkindicator

Op 25 maart heeft de Stichting Autoriteit Diergeneesmiddelen (SDa) het rapport over de veterinaire benchmarkindicator (VBI) uitgebracht. Met dit rapport wordt voldaan aan het al lang bestaande voornemen van de SDa om naast het antibioticumgebruik van dierhouders, ook zicht te krijgen op het voorschrijfpatroon van dierenartsen. De verantwoordelijkheid voor het realiseren van de beoogde reductie berust immers zowel bij de gebruiker als bij de voorschrijver. De SDa ziet de introductie van de VBI ook als een instrument om meer inzicht te krijgen in de kritische succesfactoren om daarmede dierhouders en dierenartsen beter te kunnen ondersteunen.

Al in een eerder stadium hebben de Colleges van Belanghebbenden (CvB’s) van de SGD zich uitgesproken voor opname van de VBI in de regelingen voor de geborgde dierenarts en daarom gaat de SGD de door de SDa ontwikkelde systematiek automatiseren en implementeren in haar kwaliteitssysteem. De doelstelling van de SGD is om deelnemende dierenartsen vanaf medio 2014 inzage te geven in hun eigen positie binnen de benchmark. De SGD voert in dat kader gesprekken met betrokken partijen, zoals de eigenaren van sectorale databases, om de voor de benchmark benodigde data te ontsluiten. Ondertussen wordt binnen de CvB’s van de SGD gesproken over het aan de benchmark te koppelen verbetertraject. Het uitgangspunt daarbij is om nauw aan te sluiten bij de reeds bestaande verbetertrajecten zoals ingesteld door de kwaliteitssystemen voor veehouders. De SGD is van mening dat er een gelijkwaardig speelveld moet zijn tussen veehouder en dierenarts waarin taken, verantwoordelijkheden en rollen duidelijk beschreven zijn.

Zie voor meer informatie www.autoriteitdiergeneesmiddelen.nl

Op vrijdagmiddag 18 april a.s. wordt op het Voorjaarsdagencongres in Amsterdam een bijeenkomst voor dierenartsen georganiseerd over: ‘De Veterinaire Benchmark, het hoe en waarom en de implementatie in de praktijk’. Deze bijeenkomst is onderdeel van het Voorjaarsdagenprogramma voor landbouwhuisdierenartsen en  vindt om 15.15 uur plaats in de RAI in Amsterdam. Tijdens deze bijeenkomst geeft de SDa  een toelichting op de totstandkoming van de benchmark voor dierenartsen. Dit naar aanleiding van het recent verschenen rapport van de SDa hierover. De SGD geeft haar visie op de implementatie van de VBI en de verbetertrajecten die hier aan gekoppeld gaan worden. Aanmelden voor deze bijeenkomst kan via de website van de Voorjaarsdagen. Later dit jaar zullen de SDa en de SGD gezamenlijk nog een aantal voorlichtingsbijeenkomsten over de VBI geven.

Goedgekeurde systemen voor de digitale handtekening

Het ondertekenen van bedrijfsgezondheids- en behandelplannen kan ook digitaal. De SGD heeft voorwaarden gesteld aan de wijze van digitale ondertekening. De volgende systemen zijn goedgekeurd  voor plaatsing van een digitale handtekening op het BGP en BBP: Vee-Online (van GD), ViVa 2.0 (van Corillus) en Digi-DAP. De goedkeuring geldt voor alle onder de SGD vallende regelingen.

Centrale registratie 1-op-1-overeenkomsten Geborgde Dierenarts voldoende voor UDD

De UDD-regeling stelt als voorwaarde dat er een schriftelijke 1-op-1-overeenkomst moet zijn tussen dierenarts en veehouder en dat de dierenarts die overeenkomst aanmeldt  bij de NVWA. In het kader van de Geborgde Dierenarts zijn er echter al 1-op-1-overeenkomsten centraal geregistreerd. Om te voorkomen dat een dierenarts aan twee instanties overeenkomsten moet melden, heeft het SGD-bestuur in overleg met haar Colleges van Belanghebbenden besloten de NVWA inzage te geven in de 1-op-1-relaties. Dierenartsen die deelnemen aan een van de regelingen Geborgde Dierenarts (voor rundvee-, varkens-, vleeskalveren- én per 1 april a.s. ook voor pluimveedierenartsen) en de 1-op-1-overeenkomsten in die systemen geregistreerd hebben, hoeven dat niet meer bij NVWA te doen. Dat regelen de sectorale  kwaliteitssystemen en de SGD dan voor de dierenarts.

Dierenartsen die niet deelnemen aan een van de regelingen Geborgde Dierenarts maar die in het kader van de UDD-regeling wel een 1-op-1 overeenkomst afsluiten met een veehouder moet deze zelf aanmelden bij de NVWA. De werkwijze bij rechtstreeks melden van overeenkomsten bij de NVWA is als volgt: document volledig invullen, uitprinten, ondertekenen en uploaden door de dierenarts. De veehouder krijgt vervolgens per e-mail een bericht van de melding.

De eerstvolgende bijeenkomsten van de Colleges van Belanghebbenden (CvB) en het Bestuur zijn:

• CvB Geborgde Varkensdierenarts:        14 april 2014
• CvB Geborgde Pluimveedierenarts:       15 mei 2014
• CvB Geborgde Rundveedierenarts:       20 mei 2014
• CvB Geborgde Vleeskalverdierenarts:    4 juni 2014
• Bestuur SGD:                                    13 juni 2014

Op de website van de SGD kunt u zien wie er zitting hebben in de CvB’s. Mocht u opmerkingen of suggesties hebben, dan kunt u die doorgeven aan uw vertegenwoordigers in de CvB’s of het SGD-secretariaat via info@geborgdedierarts.nl.

Hieronder vindt u informatie specifiek gerelateerd aan de afzonderlijke regelingen:

UDD-regeling in relatie tot de Geborgde rundveedierenarts

De antibioticaverordening van het Productschap Vee en Vlees (PVV) en de UDD-regeling staan los van elkaar. Daar waar de UDD-regeling alleen voor melkvee en niet voor vleesvee van toepassing is, blijven de voorschriften van de PVV-verordening (zoals het BGP en BBP) gewoon van kracht voor rundveehouders met 5 of meer dieren. In het veld blijkt hierover soms onduidelijkheid te bestaan. Ook blijven de eisen die er liggen vanuit private kwaliteitssytemen als IKB-rund gewoon van kracht.

Borging kwaliteitssystemen melkveehouderij

Regelmatig ontvangt SGD van dierenartsen vragen of opmerkingen die te maken hebben met de wijze van controle en beoordeling van normvoorschriften uit de kwaliteitssystemen in de melkveehouderij. Deze beoordelingen worden door Qlip uitgevoerd. In het document ‘Samen werken aan transparant en verantwoord diergeneesmiddelengebruik’ vindt u daarover meer achtergrondinformatie. Dit document beoogt meer inzicht te geven in hoe de veehouder benaderd wordt vanuit de zuivelkwaliteitssystemen en met welke sancties hij mogelijk te maken krijgt.

Audits VERIN

Eind 2013 waren 910 rundveedierenartsen geregistreerd. Het grootste deel van de dierenartsen voldeed aan de voorschriften. De fysieke audits bij de praktijken hebben niet tot schorsingen of uitsluitingen geleid. De belangrijkste tekortkomingen die VERIN heeft aangetroffen zijn:

• De afgeleverde diergeneesmiddelen worden (in voorkomende gevallen) niet door de plaatsvervangende dierenarts maar onder het UDN van de hoofddierenarts in MediRund ingevoerd.
• Ontbreken van een handtekening van de veehouder of dierenarts op het BGP/BBP.
• Op visitebrieven/logboekformulieren  ontbreek regelmatig een deel van de wettelijk voorgeschreven informatie (bijv. REG NL, diernummers, wachttijd van middelen of niet melden van toepassing van de cascade).

Daarnaast is vastgesteld dat de beoordeling van enkele normvoorschriften niet overeen komt met de wijze waarop daarmee binnen de zuivelkwaliteitssystemen wordt omgegaan. Het CvB bespreekt de volgende vergadering voorstellen om die punten met elkaar in lijn te brengen.

Eind 2013 waren 306 varkensdierenartsen geregistreerd. Veruit het grootste deel van dierenartsen voldeed aan de voorschriften. Bij 8 dierenartsen was een administratieve herstelactie nodig vanwege enkele minor tekortkomingen; 18 dierenartsen kregen een herstelaudit omdat zij 1 tot 5 major tekortkomingen hadden. De belangrijkste tekortkomingen die VERIN heeft aangetroffen zijn:

• Ontbreken van geleverde diergeneesmiddelen in InfoVarken en/of DGBase;
• De naam en/of handtekening ontbreekt op het bedrijfsgezondheidsplan/-behandelplan;
• De gehouden diercategorieën zijn niet vermeld op het bedrijfsgezondheidsplan;
• De gegevens van de diergeneesmiddelen worden onvoldoende vastgelegd.

Halverwege maart waren in InfoVarken 3600 1-op-1-relaties met varkenshouders geregistreerd. Daar bovenop zijn er nog ruim 700 digitale overeenkomsten die nog door varkenshouders ondertekend moeten worden.

Het bestuur heeft het reglement en de daarbij behorende protocollen voor de regeling Geborgde Pluimveedierenarts goedgekeurd. Alle documenten zijn te vinden op de website www.geborgdedierenarts.nl. Alle pluimveedierenartsen ontvangen een dezer dagen uitgebreidere informatie. Hieronder de belangrijkste zaken.

Start regeling Geborgde Pluimveedierenarts

De regeling gaat per 1 april 2014 van start! Daarmee heeft de beroepsgroep ook een eigen kwaliteitssysteem voor pluimveedierenartsen. Bestaande  voorschriften voor dierenartsen worden uit IKB Kip verwijderd en vervangen door een voorschrift voor IKB Kip pluimveehouders om bij veterinaire dienstverlening gebruik te maken van een Geborgde Pluimveedierenarts. Het College van Deskundigen IKB Kip heeft dit op 25 maart 2014 besloten.

Hoe gaat het nu verder? Per 1 april 2014 worden alle bestaande erkenningen van IKB Kip pluimveedierenartsen automatisch omgezet naar een voorlopige registratie in het register Geborgde Pluimveedierenarts. Vervolgens kunnen pluimveedierenartsen zich vóór 1 mei 2014 bij de Certificerende Instelling (VERIN) aanmelden voor definitieve deelname. Een IKB Kip pluimveedierenarts die zich niet voor 1 mei aanmeldt, wordt op dat moment uit het voorlopige register verwijderd.

Na aanmelding en afsluiting van de overeenkomst met VERIN wordt de voorlopige registratie omgezet naar een definitieve registratie in het register Geborgde Pluimveedierenarts. Daarna volgt binnen 3 maanden op de praktijk een beoordeling op naleving van de voorschriften.

Ook IKB Ei heeft uitgesproken in de regeling een zelfde voorschrift te gaan opnemen, waarschijnlijk per september 2014. Dat betekent dat dierenartsen die nog niet IKB Kip erkend waren, straks vanwege IKB Ei zeer waarschijnlijk wel met de Geborgde dierenarts te maken krijgen.

Omzetten van de 1-op-1-overeenkomsten

Na opname van de dierenarts in het register Geborgde Pluimveedierenarts moeten de bestaande IKB-1-op-1 overeenkomsten met pluimveehouders, worden omgezet  naar de nieuwe 1-op-1 overeenkomst die hoort bij de regeling Geborgde Pluimveedierenarts. Uiterlijk 1 juli 2014 moeten alle IKB-overeenkomsten vervangen zijn. Dit is een administratieve handeling waarvoor geen extra visite hoeft te worden afgelegd. Opsturen en ter bevestiging getekend terugontvangen van de overeenkomst volstaat.

Registratie 1-op-1-overeenkomsten

De 1-op-1-relatie tussen dierenarts en pluimveehouder moeten zowel in het kader van de regeling Geborgde Pluimveedierenarts als (voor vleeskuikenbedrijven) vanwege de UDD-regeling centraal geregistreerd worden. Naar verwachting vanaf begin mei heeft u de mogelijkheid om de 1-op-1 overeenkomst digitaal vast te leggen in de centrale database IKB CRA. De dierenarts is hiervoor verantwoordelijk. Bij deelname aan de regeling Geborgde Pluimveedierenarts hoeft u geen 1-op-1-relaties te melden bij de NVWA (vanwege de UDD-regeling). Via de registratie in IKB CRA is dat afgedekt.

Voor pluimveedierenartsen die vanwege IKB Ei later dit jaar aan de Geborgde Pluimveedierenarts gaan deelnemen, gelden afwijkende termijnen voor het afsluiten en registreren van 1-op-1 overeenkomsten.

De regeling voor de kalverdierenartsen is per 1 januari jl. gestart. In het eerste kwartaal zijn 121 vleeskalverdierenartsen geregistreerd, waarvan bij 45 dierenartsen de fysieke audit op de praktijk is uitgevoerd. De overige dierenartsen worden op korte termijn bezocht.