logo  

SGD nieuwsbrief 2e kwartaal 2014

Uitschrijven - webversie

Periodieke nieuwsbrief
De Stichting Geborgde Dierenarts (SGD) informeert via een digitale nieuwsbrief alle deelnemers aan het kwaliteitssysteem geborgde dierenarts vier keer per jaar over de gang van zaken. U ontvangt deze nieuwsbrief automatisch omdat u ingeschreven staat in één van de registers. Afmelden voor deze nieuwsbrief kan hier.

 

Agenda

De eerstvolgende bijeenkomsten van de Colleges van Belanghebbenden (CvB) en het Bestuur zijn:   

CvB Geborgde Varkensdierenarts:   15 september 2014
CvB Geborgde Pluimveedierenarts:  25 september 2014
CvB Geborgde Rundveedierenarts:  30 september 2014
CvB Geborgde Vleeskalverdierenarts: nader te bepalen
Bestuur SGD:  26 september 2014

                                   

 

Op de website van de SGD kunt u zien wie er zitting hebben in de CvB’s. Mocht u opmerkingen of suggesties hebben over de inhoud of de uitvoering van de regelingen, dan kunt u die doorgeven aan uw vertegenwoordigers in de CvB’s of aan het SGD-secretariaat via info@geborgdedierarts.nl.

 

Rapportage SDa 2013 en de veterinaire benchmarkindicator

Uit de SDa rapportage 2013 blijkt dat tussen 2012 en 2013 het gebruik van antibiotica verder is afgenomen. Ten opzichte van de verkoopcijfers uit 2009 is in 2013 een daling van 57,7% bereikt. Het gebruik is in de periode 2012-2013 het sterkst gedaald in de varkenshouderij en de vleespluimveehouderij met resp. 30% en ruim 25%. In de kalverhouderij is het gebruik in deze periode met 15% afgenomen. Het antibioticumgebruik in de rundveehouderij is over 2012 en 2013 onveranderd gebleven maar het gebruik bij rundvee blijft in absolute zin het laagst van alle diersoorten, met gemiddeld slechts drie dierdagdoseringen per jaar.

De benchmark voor dierenartsen (de zogenaamde Veterinaire Benchmark Indicator – VBI) kon op een groter aantal dierenartsen worden toegepast (9% meer) ten opzichte van 2012. Het aantal dierenartsen in het actieniveau is van 9,6% in 2012 afgenomen tot 3,4% in 2013. Dit is een direct gevolg van de afname van het aantal veehouderijbedrijven in het actiegebied als gevolg van inspanningen van veehouder en dierenartsen gezamenlijk. Het aantal dierenartsen in het signaleringsgebied is, conform het beeld voor de bedrijven, toegenomen.

Via deze links vindt u:

VBI ingebouwd in InfoRund

De door de SDa vastgestelde berekening van de VBI is als eerste opgenomen in InfoRund. Dit geeft deelnemers aan de regeling Geborgde Rundveedierenarts inzicht in hun eigen positie binnen de benchmark. Alle Geborgde Rundveedierenartsen zijn daarover eind mei via een aparte nieuwsbrief geïnformeerd – die vindt u hier en op de website van de SGD. Dierenartsen werkzaam in de andere sectoren volgen hierna (vleeskalveren, vleeskuikens en varkens).

 

Implementatie VBI binnen de regelingen van de SGD

Het voornemen van de SGD is om de VBI op te nemen in de regelingen van de Geborgde Dierenarts. Afhankelijk van de hoogte van de VBI koppelt de SGD dan een verbetertraject aan de benchmark. Dierenartsen die met hun voorschrijfpatroon in het actiegebied vallen zullen zich moeten inspannen om samen met de veehouders verbeteringen te realiseren. De inhoud van het verbetertraject zal  in de CvB-vergaderingen van september worden besproken. Het uitgangspunt daarbij is dat de dierenarts uitsluitend kan worden aangesproken op hetgeen onder zijn verantwoordelijkheid valt en binnen zijn mogelijkheden ligt. Het streven is om de systematiek voor het eind van 2014 vast te stellen.  Vanaf 1 januari 2015 zullen de verbetertrajecten in de verschillende regelingen worden opgestart.  Het eerste jaar na implementatie zal de SGD dierenartsen wel aanspreken wanneer zij boven de actiewaarde komen maar heeft dit nog geen gevolgen.

 

Afstemming UDD-regeling met de regelingen van de SGD

Een aantal voorschriften uit de UDD-regeling komt niet letterlijk overeen met de invulling via private kwaliteitssystemen. In overleg met sectorpartijen is de NVWA gevraagd zich hierover uit te spreken. NVWA en EZ hebben daarop aangegeven dat de regelingen van de SGD voor een deel van de geconstateerde verschillen voldoende tegemoet komen aan de wettelijke voorschriften. Daarnaast is op een paar punten aanpassing van de regeling noodzakelijk. Deze zaken worden per 1 juli 2014 via wijzigingen in reglementen, protocollen en overeenkomsten zoveel mogelijk gelijk getrokken. Welke wijzigingen dit betreft vindt u hieronder terug bij de afzonderlijke diersoortspecifieke regelingen. Met betrekking tot het opstellen van het Bedrijfsgezondheidsplan en het Bedrijfsbehandelplan is er voorlopig voor gekozen niet alle voorschriften van de UDD-regeling 1-op-1 over te nemen binnen de regelingen van de SGD. Let er dus op dat de BGP’s en de BBP’s die u na maart 2014 opstelt ook moeten voldoen aan de wettelijke verplichtingen in het kader van de UDD-regeling.

Voor de verplichte melding van de 1-op-1 overeenkomsten door de dierenarts is met de NVWA overeengekomen dat de NVWA vanaf 1 juli 2014 een beperkte inzagefunctie (zoeken op UDN en UBN) krijgt in de centrale databanken waar deze nu zijn opgeslagen. Dierenartsen die deelnemen aan de regelingen van de SGD hoeven zodoende niet opnieuw de 1-op-1 overeenkomsten aan te melden bij de NVWA.

 

Wijzigingen doorgeven in uw persoonsgegevens

Wij willen u verzoeken eventuele mutaties, dus ook wanneer er overgestapt wordt naar een andere praktijk, ook door te geven aan VERIN. Het komt namelijk geregeld voor dat persoonlijke gegevens van dierenartsen niet juist in het systeem van VERIN staan, omdat mutaties niet altijd worden doorgegeven. Dit heeft ook invloed op de planning die VERIN moet maken voor het uitvoeren van de audits.

 

Hieronder vindt u informatie specifiek gerelateerd aan de afzonderlijke regelingen:

 
 
Geborgde Varkensdierenarts
Varkensdierenarts
 

Wijzigingen in reglement en protocollen

Op advies van het College van Belanghebbenden zijn in het reglement en beoordelingsprotocol van de Geborgde Varkensdierenarts enkele wijzigingen aangebracht die per 1 juli 2014 van kracht worden. De nieuwe versies van de documenten vindt u op de website van de SGD.

In het reglement is de termijn gewijzigd van doorgifte van wijzigingen in de 1-op-1-relaties en in overeenstemming gebracht met de termijn die de UDD-regeling stelt: dat was 30 dagen en wordt 10 werkdagen.

In het beoordelingsprotocol zijn de volgende wijzigingen aangebracht:

  • Verduidelijkt is dat de dierenarts die optreedt als plaatsvervanger onder eigen UDN de toegepaste diergeneesmiddelen registreert.
  • Verduidelijkt is dat naast vermelding van de plaatsvervangers op de 1-op-1-overeenkomst ook is toegestaan dat deze in een apart document bij de overeenkomst staan vermeld of dat in een apart document is aangegeven waar de veehouder de namen van de vervangers kan vinden. Dit kan bijvoorbeeld met een verwijzing naar de website van de praktijk waarop de namen te vinden zijn.
  • Naast het reglement is ook in het beoordelingsprotocol opgenomen dat wijzigingen in de 1-op-1-overeenkomst binnen 10 werkdagen moeten worden doorgegeven aan de databank.
  • Twee normvoorschriften van het bedrijfsgezondheidsplan (BGP) zijn geschrapt: managementmaatregelen ten aanzien van monitoringsverplichtingen en vermelding van de door de varkenshouder zelf verrichte veterinaire handelingen hoeven niet meer op het bedrijfsgezondheidsplan te worden vastgelegd. Hiermee sluiten de voorschriften weer volledig aan bij de voorwaarden die het PVV stelt aan het BGP.
  • Op het bedrijfsbehandelplan hoeven geen handtekeningen meer te worden geplaatst van varkenshouder en dierenarts. Op het bedrijfsgezondheidsplan blijft dat wel voorgeschreven.
 
 
Geborgde Pluimveedierenarts
Pluimveedierenarts
 

Regeling per april 2014 gestart

De regeling Geborgde Pluimveedierenarts is per 1 april gestart. Inmiddels zijn 106 pluimveedierenartsen in het register opgenomen. VERIN is gestart met de jaarlijkse controle en beoordeling van pluimveedierenartsen – de eerste keer binnen 3 maanden na opname in het register. Tevens vindt per kwartaal een controle plaats van de registratie in IKB CRA van de voorgeschreven en toegepaste antibiotica.

Eerder was gemeld dat in IKB CRA een mogelijkheid zou worden gecreëerd om de 1-op-1-overeenkomsten digitaal vast te leggen. Hiervan wordt afgezien, aangezien het geen meerwaarde heeft. Wel wordt in IKB CRA de 1-op-1-relatie vastgelegd (maar dus niet de overeenkomst zelf). Dierenartspraktijken worden hier binnenkort rechtstreeks door GD (als beheerder van IKB CRA) over benaderd. Uitsluitend deze 1-op-1-relatie is inzichtelijk voor de NVWA, waarmee invulling wordt gegeven aan een verplichting uit de UDD-regeling.

Aangepaste 1-op-1-overeenkomst

Uiterlijk 1 juli 2014 moeten alle oude IKB-overeenkomsten met pluimveehouders zijn vervangen door de nieuwe overeenkomst die hoort bij de regeling Geborgde Pluimveedierenarts. De meest recente versie vindt u hier. Onlangs zijn enkele tekstuele verbeteringen aangebracht in die overeenkomst. Belangrijkste punt is dat bij wijziging van het formularium het bedrijfsbehandelplan niet meer binnen 6 maanden hoeft te worden aangepast, maar dat de wijzigingen direct van toepassing worden. Daarnaast is opgenomen dat de dierenarts door de pluimveehouder alleen toegang moet worden verschaft tot de stallen waarop de overeenkomst betrekking heeft en is opgenomen dat de Controlerende Organisatie zich dient te houden aan de voor het bedrijf geldende hygiënevoorschriften. De nieuwe overeenkomst dient te worden gebruikt bij nieuw af te sluiten overeenkomsten. Bestaande overeenkomsten horende bij de regeling Geborgde Pluimveedierenarts blijven gewoon van kracht. De oude IKB-overeenkomsten voldoen vanaf 1 juli 2014 niet meer.

 
 
Geborgde Vleeskalverdierenarts
Vleeskalverdierenarts
 

Wijzigingen in het beoordelingsprotocol

Op advies van het College van Belanghebbenden is het beoordelingsprotocol van de Geborgde Vleeskalverdierenarts gewijzigd. Deze wijzigingen worden per 1 juli 2014 van kracht.

In het beoordelingsprotocol zijn naast enkele tekstuele verbeteringen de volgende wijzigingen aangebracht:

  • Vastgelegd is dat (nieuwe of gewijzigde) overeenkomsten tussen kalverhouder, kalvereigenaar en vleeskalverdierenarts binnen 10 werkdagen moeten zijn opgenomen in de databank van de Certificerende Instelling. Deze termijn vloeit voort uit de UDD-regeling en moet worden overgenomen om via de regeling Geborgde Vleeskalverdierenarts de inzage in de 1-op-1-relaties te kunnen invullen.
  • Om als vleeskalversector te laten zien dat serieus werk wordt gemaakt van het terugdringen van het gebruik van antibiotica, is besloten de voorwaarden uit de UDD-regeling voor de inzet van tweede keuze middelen voor luchtwegaandoeningen, enteritis en artritis bij vleeskalveren, op te nemen in de regeling Geborgde Vleeskalverdierenarts. Die voorwaarden zijn de volgende:
    • In een periode van 14 dagen voorafgaand aan de toepassing van het middel is het bedrijf bezocht en is geconstateerd dat behandeling van de vleeskalveren met een tweede keus middel noodzakelijk is.
    • Er wordt een schriftelijke instructie voor het gebruik van het middel achtergelaten, waarin in ieder geval de mogelijk te behandelen vleeskalveren worden geïdentificeerd.
    • Er wordt maximaal de hoeveelheid middelen afgeleverd waarmee 5% van de in een stal aanwezige en voor de genoemde aandoeningen vatbare dieren éénmaal behandeld kunnen worden.
  • Het normvoorschrift dat de dierenarts geen cephalosporines voor de behandeling van vleeskalveren inzet, is geschrapt.
 
 
Geborgde Rundveedierenarts
Rundveedierenarts
 

Wijzigingen in reglement en protocol

Op advies van het College van Belanghebbenden zijn in het reglement en beoordelingsprotocol van de Geborgde Rundveedierenarts enkele wijzigingen aangebracht die per 1 juli 2014 van kracht worden.

In het reglement is opgenomen dat rundveedierenartsen binnen drie maanden na opname in het register door de Certificerende Instelling wordt beoordeeld (en vervolgens jaarlijks). Dit was al praktijk, maar is nu expliciet in het reglement vastgelegd. Daar waar mogelijk combineert de CI dit met audits van andere dierenartsen op de praktijk. Daarnaast is opgenomen dat wijzigingen in 1-op-1-relaties binnen 10 werkdagen (in plaats van 30 dagen) moeten worden doorgegeven aan de centrale databank (InfoRund). Hiermee wordt aangesloten bij de UDD-regeling.

In het beoordelingsprotocol zijn naast enkele tekstuele verbeteringen de volgende wijzigingen aangebracht:

  • Verduidelijkt is dat in de 1-op-1-overeenkomst of in een apart document bij de overeenkomst ten minste moet worden aangegeven waar de veehouder de namen van de vervangende dierenarts(en) kan terugvinden.
  • De zuivelsector heeft in het verleden afspraken gemaakt met de overheid over de invulling van een aantal Europese verplichtingen via de kwaliteitssystemen van de zuivelsector. Zo wordt via het Periodiek Bedrijfsbezoek (PBB) invulling gegeven aan het criterium ‘Melk leveren van gezonde dieren’. Qlip controleert en beoordeelt de melkveehouders op naleving van de voorschriften. COKZ houdt namens de overheid hierop toezicht bij Qlip. COKZ heeft vastgesteld dat onvoldoende aantoonbaar is dat PBB’s correct worden uitgevoerd. Om die reden wil het CvB daaraan invulling geven en per 1 januari 2015 via een pilot inhoudelijk toetsen of de dierenarts het PBB juist uitvoert. Dit als opmaat naar een verdere invulling van de inhoudelijke toetsing van bijv. BGP’s.

Vanuit deze achtergrond is nu een normvoorschrift aan de regeling toegevoegd, dat het PBB-waarnemingsprotocol (al dan niet digitaal) op de dierenartspraktijk aanwezig moet zijn. Het waarnemingsprotocol kunt u desgewenst opvragen via het secretariaat van de SGD via info@geborgdedierenarts.nl.

  • Verduidelijkt is dat bij koppelvaccinatie als identificatie van de behandelde dieren ten minste diersoort, het aantal dieren, vanaf welke leeftijd(sgroep) en de datum van vaccinatie moet worden vastgelegd. Dit betreft normvoorschrift GDVD.04.

Nieuwe versie bilaterale overeenkomst

De bilaterale overeenkomst tussen melk-/rundveehouder met de Geborgde Rundveedierenarts is aangepast. De nieuwe versie vindt u hier. Deze nieuwe versie dient u te gebruiken bij nieuw af te sluiten overeenkomsten. Bestaande overeenkomsten hoeven niet te worden gewijzigd. In de 1-op-1-overeenkomst zijn enkele wijzigingen aangebracht die voortvloeien uit de UDD-regeling:

  • Wijziging van plaatsvervangers wordt binnen 10 werkdagen doorgegeven aan de veehouder.
  • De veehouder verschaft de dierenarts toegang tot alle ruimten waar dieren gehouden worden.
  • De veehouder vraagt de dierenarts regelmatig een bezoek af te leggen overeenkomstig de wettelijk voorgeschreven bezoekfrequentie en de dierenarts brengt vervolgens regelmatig een bezoek aan het bedrijf van de veehouder.