logo  
SGD nieuwsbrief december 2014          
Uitschrijven - webversie          
Periodieke nieuwsbrief          

De Stichting Geborgde Dierenarts (SGD) gaat vanaf nu via een digitale nieuwsbrief alle deelnemers aan het kwaliteitssysteem geborgde dierenarts vier keer per jaar informeren over de gang van zaken. U ontvangt deze nieuwsbrief automatisch omdat u ingeschreven staat in één van de (voorlopige) registers. Afmelden voor deze nieuwsbrief kan hier.

In deze nieuwsbrief vindt u naast de diersoortspecifieke berichten ook informatie over de volgende onderwerpen:

         
Verbetertraject gekoppeld aan de Veterinaire Benchmark Indicator (VBI)          

De SGD heeft op verzoek van de SDa de VBI-berekening ingebouwd in de verschillende databases, zodat dierenartsen inzage krijgen in hun eigen VBI en daarmee hun voorschrijfpatroon van antibiotica kunnen benchmarken met collega’s. Voor de geborgde rundveedierenarts (InfoRund), de geborgde pluimveedierenarts (IKB-CRA) en de geborgde vleeskalverdierenarts (InfoKalf) is dit inmiddels gerealiseerd. Voor de geborgde varkensdierenartsen wordt dit begin 2015 opgeleverd.

Daarop aansluitend heeft het SGD-bestuur op advies van de CvB’s besloten dat deelnemende dierenartsen waarvan de VBI in het actiegebied zit, deel moeten nemen aan een verbetertraject, net zoals dat geldt voor veehouders in het actiegebied. Dit betekent dat dierenartsen die in het actiegebied liggen zich met hun veehouders moeten inspannen om verbeteringen te realiseren met als doel om uiteindelijk uit het actiegebied te komen.
De inspanningsverplichting is als normvoorschrift in alle regelingen opgenomen. In dit normvoorschrift staat beschreven dat dierenartsen waarvan de VBI vanaf 2016 groter is dan 0,3 een inspanningsverplichting hebben om deze te verlagen tot in het streefgebied, door acties te ondernemen overeenkomstig het verbetertraject. De VBI in 2016 wordt berekend met de gegevens over 2015. Dat betekent dat alle voorgeschreven antibiotica vanaf 1 januari 2015 meetellen. In 2016 zal de Certificerende Instelling (CI) dierenartsen die op basis van de gegevens over 2015 in het actiegebied zitten, dus aanschrijven en vervolgens ook controleren of men aan de inspanningsverplichting heeft voldaan. Het niet nakomen van de inspanningsverplichting zal beoordeeld worden als een tekortkoming (major).

In het beoordelingsprotocol van de verschillende regelingen wordt verwezen naar het door de SGD vastgestelde verbetertraject. Daarin is aangegeven hoe aan de inspanningsverplichting voldaan kan worden. Voor de verschillende regelingen zullen de Colleges van Belanghebbenden (CvB’s) in 2015 het verbetertraject nog nader uitwerken. Het CvB voor de Geborgde Rundveedierenarts heeft daar met een addendum reeds een nadere invulling aan gegeven.

         
Informatiebijeenkomsten over VBI, Verbetertraject          

De SGD organiseert binnenkort samen met SDa en partijen uit de CvB’s informatiebijeenkomsten voor alle geborgde dierenartsen over de VBI en het daaraan gekoppelde Verbetertraject. Deze bijeenkomsten worden begin volgend jaar gehouden. Er worden drie bijeenkomsten gehouden gericht op alle sectoren en drie bijeenkomsten specifiek gericht op de rundveedierenartsen. Hiervoor is gekozen omdat voor rundveedierenartsen vanaf komend jaar ook de inhoudelijke toetsing van het Periodiek Bedrijfsbezoek (PBB) en Bedrijfsgezondheidsplan (BGP) aan de orde is – zie verderop in deze nieuwsbrief. Die onderwerpen komen alleen aan bod tijdens de informatiebijeenkomsten voor de rundveedierenartsen.

De volgende datums staan voorlopig gereserveerd voor deze informatiebijeenkomsten:
26 januari 2015, 19.00 uur:     geborgde rundveedierenartsen (noord)
27 januari 2015, 13.30 uur:     geborgde rundveedierenartsen (midden)
2 februari 2015, 19.00 uur:     geborgde rundveedierenartsen (zuid)

9 februari 2015, 19.00 uur:     overige geborgde dierenartsen (zuid)
2 maart 2015, 13.30 uur:        overige geborgde dierenartsen (midden)
5 maart 2015, 19.00 uur:        overige geborgde dierenartsen (noord)

U wordt spoedig geïnformeerd over de definitieve datums, tijdstippen en locaties.

         
Deelnamekosten          

Het SGD-bestuur heeft de tarieven voor deelname per regeling voor 2015 vastgesteld op € 150. De verhoging van het tarief komt voort uit toegenomen kosten voor ondersteuning van de CvB’s en bestuur en een aantal investeringen in ICT. Het tarief wordt door de CI (VERIN) in rekening gebracht, gecombineerd met de kosten voor de audit, beoordeling en certificering door VERIN. Om de kosten van deelname te verminderen zal het SGD-bestuur in 2015 in overleg met de CvB’s nagaan op welke wijze auditkosten kunnen worden verminderd. Een mogelijkheid zou kunnen zijn de deelnemers bij wie geen tekortkomingen worden geconstateerd in de toekomst minder frequent te toetsen.

         
Wijziging overeenkomsten          

In de praktijk komt het voor dat een aantal specialistische veterinaire handelingen door andere dierenartsen dan de 1-op-1-dierenarts of diens plaatsvervanger worden uitgevoerd. Denk daarbij bijvoorbeeld aan tweedelijns vruchtbaarheidsbegeleiding in de rundveesector. De SGD heeft in de overeenkomsten tussen veehouders en dierenarts opgenomen dat de geborgde dierenarts zich na instemming van de veehouder mag laten bijstaan door een andere dierenarts met specifieke kundigheid, expertise of ervaring. Daarmee sluit de SGD aan bij de mogelijkheden die de UDD-regeling biedt. Bij nieuw af te sluiten overeenkomsten moet dit worden opgenomen (format te vinden op www.geborgdedierenarts.nl). Bestaande overeenkomsten hoeven niet te worden aangepast omdat deze bepaling ook in het reglement is opgenomen. Omdat dit niet in de pluimveesector speelt, is het niet in de overeenkomst voor de Geborgde Pluimveedierenarts opgenomen.

         
Agenda          

De eerstvolgende bijeenkomsten van de Colleges van Belanghebbenden (CvB’s) en het Bestuur zijn:

CvB Geborgde Rundveedierenarts:

3 februari 2015

CvB Geborgde Varkensdierenarts:

9 februari 2015

CvB Geborgde Vleeskalverdierenarts:

18 februari 2015

CvB Geborgde Pluimveedierenarts:

19 februari 2015

SGD Bestuur:

13 maart 2015

Op de website van de SGD kunt u zien wie er zitting hebben in de CvB’s. Mocht u opmerkingen of suggesties hebben over de inhoud of de uitvoering van de regelingen, dan kunt u die doorgeven aan uw vertegenwoordigers in de CvB’s of aan het SGD-secretariaat via info@geborgdedierenarts.nl.

         
Hieronder vindt u informatie specifiek gerelateerd aan de afzonderlijke regelingen:          
           
Geborgde rundveedierenarts          
Rundveedierenarts          
           
Belangrijkste tekortkomingen die VERIN aantreft          

Elk kwartaal rapporteert VERIN over de bevindingen die zij hebben gedaan tijdens de audits. De belangrijkste en regelmatig voorkomende tekortkomingen zijn de volgende:

  • De registratie van geleverde diergeneesmiddelen in MediRund gaat fout. Dat kan diverse oorzaken hebben:
    • Dierenartsen missen leveringen, vooral van leveringen die gedaan zijn bij visites.
    • Wijzigingen van EAN-codes worden niet direct in het managementsysteem doorgevoerd, waardoor het niet in MediRund wordt doorgegeven. Het is van groot belang om wijzigingen van EAN-codes direct door te voeren.
    • Wanneer overgestapt wordt naar een andere praktijk is het van belang dat in MediRund de juiste machtigingen opnieuw worden geactiveerd.
    • Ook worden leveringen niet altijd binnen 14 dagen geregistreerd; vaak is dan sprake van een managementsysteem waarbij de doorgifte is gekoppeld aan de maandelijkse facturatie. Bij de meeste systemen is het echter wel mogelijk om de doorgifte aan MediRund los te koppelen van de facturatie.
  • Door plaatsvervangers voorgeschreven middelen moeten onder het UDN van die plaatsvervanger worden geregistreerd en niet op het UDN van de 1-op-1-dierenarts.
  • Registratie van de middelen dient op dier- en leeftijdscategorie te worden gedaan (melk- dan wel vleesvee en de leeftijdscategorieën melkdrinkend kalf tot 56 dagen, kalf tot 1 jaar, jongvee 1 tot 2 jaar en (melk)vee)).
  • Het ontbreken van een handtekening van de veehouder op het BGP/BBP en een te laat of niet jaarlijks uitgevoerde evaluatie/actualisatie van het BGP/BBP.
  • Op visitebrieven ontbreekt regelmatig de identificatie van het behandelde dier of de diagnose.
  • Op het etiket ontbreekt de naam van de dierenarts of het adres van de praktijk.

Dierenartsen worden geadviseerd om geconstateerde tekortkomingen structureel te herstellen, zodat deze bij een volgende audit niet terugkeren. Het CvB heeft afgesproken een voorstel voor een bonus/malus-systeem te gaan uitwerken, zodat enerzijds dierenartsen die alles goed voor elkaar hebben mogelijk voor een lagere controlefrequentie en lagere deelnemersbijdrage in aanmerking kunnen komen en anderzijds worden bij recidivisten telkens terugkerende tekortkomingen zwaarder gewogen.

Daar waar PMS-systemen het registratieproces van middelen niet goed ondersteunen, is het verstandig dat dierenartsen zich tot de PMS-leverancier richten om verbeteringen in de softwarepakketten doorgevoerd te krijgen.

         
Bijwoningen PBB          

Vanaf 1 januari 2015 worden Geborgde Rundveedierenartsen steekproefsgewijs inhoudelijk getoetst op de uitvoering van het Periodiek Bedrijfsbezoek (PBB). Doel hiervan is om de kwaliteit van uitvoering van het PBB te borgen. Dat is nodig omdat de zuivelsector via het PBB en hun kwaliteitssystemen invulling geeft aan het criterium ‘melk leveren van gezonde dieren’, dat is vastgelegd in Europese verordeningen. In de eerste maanden van 2015 wordt een pilot uitgevoerd, waarvan de kosten door de SGD worden gefinancierd. De inhoudelijk toetsing wordt uitgevoerd via bijwoningen, uitgevoerd door dierenartsen van Qlip. In april/mei volgt een evaluatie en wordt door het CvB besloten hoe daarna verder te gaan. Deze toetsing is via een nieuw normvoorschrift opgenomen in het beoordelingsprotocol. De Certificerende Instelling (VERIN) ziet toe op naleving. Als het PBB onvoldoende wordt uitgevoerd, dat wil zeggen als vastgesteld wordt dat niet alle diergroepen gezien zijn of geen correct aantal attentiedieren is aangemerkt, kan de CI binnen 3 maanden een nieuwe bijwoning laten uitvoeren op kosten van de betreffende dierenarts. 

         
Inhoudelijk toetsen BGP’s          

In 2015 moeten alle Geborgde Rundveedierenartsen gaan deelnemen aan een intercollegiaal overleg gericht op het opstellen van bedrijfsgezondheidsplannen (BGP’s). Op die wijze wil het CvB de kwaliteit van BGP’s borgen en daar waar nodig de kwaliteit verhogen, om daarmee de diergezondheid op de bedrijven verder te verbeteren. Deze toetsing is op nadrukkelijk verzoek van de zuivelsector opgenomen. Naast de inhoud van een BGP wordt tijdens het intercollegiaal overleg aandacht besteed aan het aspect van overbrengen van die inhoud en de adviezen aan de veehouder. Het overleg wordt onder leiding van een daarvoor aangewezen extern deskundige gevoerd, die tevens rapporteert over de deelname en de deelnemers beoordeelt. Een onvoldoende beoordeling telt vanaf 2016 als een major tekortkoming. Er wordt zo veel mogelijk aangesloten bij bestaande structuren/ overleggroepen.
Op dit moment wordt de organisatie hiervan uitgewerkt. Het intercollegiaal overleg bestaat in opzet uit groepen van ca. 6 – 10 geborgde rundveedierenartsen, afkomstig van ten minste twee praktijken en een bijeenkomst van één dagdeel. Van elke deelnemer wordt door VERIN willekeurig een BGP gekozen die tijdens het intercollegiaal overleg ter bespreking en beoordeling wordt ingebracht. VERIN ziet toe op naleving, zowel van de deelname als de opvolging bij onvoldoende beoordeling.

Begin 2015 volgt nadere informatie. Mocht u zich nu (als groep) al willen aanmelden, dan kunt u dat doen via info@geborgdedierenarts.nl. Er wordt dan contact met u opgenomen om het overleg in te plannen.

         
Wijzigingen beoordelingsprotocol          

Naast de nieuwe normvoorschriften voor de toetsing op het PBB en BGP en de invoering van het verbetertraject gekoppeld aan de VBI, is er een vereenvoudiging in het beoordelings-protocol doorgevoerd. Op het BGP hoeft geen vergelijking meer te worden opgenomen met andere melk- of vleesveebedrijven. Dit voorschrift was voor de veehouders al niet meer verplicht en geschrapt uit de verordening van het Productschap Vee en Vlees. Het beoordelingsprotocol is daarmee nu in overeenstemming gebracht.

 

 

       
Beschikbaarheid digitale versie bilaterale overeenkomst          

Via de website van de SGD waren de bilaterale overeenkomsten voor rundveedierenartsen in drie vormen beschikbaar: 1) een papieren/printversie, 2) een digitale versie en 3) een digitale versie via InfoRund. Nu de digitale versie via InfoRund al enige tijd beschikbaar is en om kosten te besparen, wordt gestopt met beschikbaarstelling van de oudere (2) digitale versie. Deze versie vindt u straks niet meer op de SGD-website.

         
Bedrijfsbehandelplannen (BBP’s)          

Een van de voorschriften voor een bedrijfsbehandelplan is dat de standaardbehandelingen worden vermeld voor de voorkomende aandoeningen op het bedrijf. Overeenkomstig de eisen die vanuit de zuivel aan de veehouders gesteld worden, dienen voor de rundveesector de middelen op middelnaam te worden weergegeven en niet op werkbare stof. Ingeval een middel tijdelijk niet voorhanden is, kan dit door de dierenarts schriftelijk aan zijn veehouders worden bericht. De veehouder dient dat bericht als addendum aan zijn BBP toe te voegen. Dit laatste wordt nog wel eens vergeten door de veehouder; het is daarom verstandig uw veehouder daar expliciet op te wijzen.

         
VBI inzichtelijk voor 1-op-1-relaties          

Partijen betrokken bij de antibiotica-aanpak hebben destijds in SDa-verband afgesproken dat over en weer inzicht wordt gegeven in de resultaten van de antibiotica-aanpak, om zo maximale transparantie te bereiken. Dat betekent dat de VBI van de dierenarts inzichtelijk wordt gemaakt voor zijn 1-op-1-relaties. Het CvB heeft besloten dat op te nemen in de bilaterale overeenkomst en het reglement voor de geborgde rundveedierenartsen. Op dit moment is de VBI-berekening van de rundveedierenartsen digitaal beschikbaar via InfoRund. Deze VBI’s worden nu inzichtelijk gemaakt, uitsluitend voor de 1-op-1-relaties van de betreffende dierenarts.

         
Basiscursus en ‘Najaarsbijeenkomst’ Geborgde Rundveedierenarts          

Voor rundveedierenartsen die in het verleden nog niet hebben deelgenomen aan de Basiscursus en/of ‘Najaarsbijeenkomst’ Geborgde Rundveedierenarts, worden deze cursussen begin volgend jaar weer georganiseerd. Alle Geborgde Rundveedierenartsen moeten deze cursussen eenmalig gevolgd hebben. De Basiscursus wordt gegeven op 11 maart 2015. De ‘Najaarsbijeenkomst’ wordt voor de laatste keer gegeven op 10 februari 2015, daarna is dit onderdeel van de Basiscursus. Opgeven kan via de website van de KNMvD (onder ‘Agenda’).

         
           
Geborgde varkensdierenarts          
Varkensdierenarts          
           
Wijziging reglement          

In het reglement van de Geborgde Varkensdierenarts is een wijziging aangebracht, waardoor bij verandering van dierenarts de varkenshouder verantwoordelijk is voor overdracht van het dossier naar de nieuwe dierenarts. Hiermee wordt aangesloten bij de UDD-regeling van de overheid. Bij beëindiging van de overeenkomst met een varkenshouder dient de voorgaande dierenarts op verzoek van de nieuwe dierenarts wel mee te werken om het dossier van de varkenshouder binnen 5 werkdagen over te dragen.

         
Wijzigingen beoordelingsprotocol          

In het CvB is eerder gesproken over de verdeling van de verantwoordelijkheid tussen dierenarts en varkenshouder met betrekking tot de (digitale) handtekening op de 1-op-1-overeenkomst, BGP en BBP. Nu is toegevoegd dat ingeval een (digitale) handtekening van de varkenshouder ontbreekt, de deelnemende varkensdierenarts moet kunnen aantonen dat hij deze varkenshouder (bijvoorbeeld via een e-mail of brief) tijdig op diens verplichting heeft gewezen. In dat geval krijgt de dierenarts op dit punt geen tekortkoming tijdens de audit door VERIN. Overigens zullen de varkenshouders waarvan de digitale handtekening nog ontbreekt, ook rechtstreeks door VERIN worden aangeschreven.

         
VBI-berekening varkensdierenartsen          

Het CvB heeft diverse mogelijkheden onderzocht voor de berekening van de VBI voor varkensdierenartsen. Daarbij is vastgesteld dat vanwege de opheffing van het Productschap Vee en Vlees en de inrichting van nieuwe structuren een tijdelijke oplossing de best haalbare optie is. De SDa gaat de VBI 4 keer per jaar berekenen, waarna de VBI via beide IKB-systemen inzichtelijk wordt gemaakt voor de dierenartsen. Hieraan zal  in het eerste kwartaal van 2015 invulling worden gegeven. Zodra dit functioneert en de eerste VBI-berekening is/wordt uitgevoerd, worden alle Geborgde Varkensdierenartsen daarover geïnformeerd.

         
           
Geborgde pluimveedierenarts          
Pluimveedierenarts          
           
Geborgde Pluimveedierenarts in IKB Ei          

Vanaf 1 januari 2015 wordt in navolging van IKB Kip in de regeling IKB Ei opgenomen dat pluimveehouders in de eiersector een overeenkomst moeten hebben met een Geborgde Pluimveedierenarts. Dat betekent dat de pluimveedierenarts die diensten verleent op een pluimveebedrijf uit de eierkolom, geregistreerd moet zijn als Geborgde Pluimveedierenarts. Pluimveedierenartsen die (vanwege IKB Kip) al in het register Geborgde Pluimveedierenarts zijn opgenomen voldoen; verdere actie is dan niet nodig. Pluimveedierenartsen die nog niet geregistreerd zijn en wel diensten willen blijven verlenen aan IKB Ei bedrijven, krijgen tot 1 april 2015 de tijd om zich bij de CI (VERIN) aan te melden.
Overeenkomsten die vanuit IKB Ei zijn afgesloten tussen dierenarts en (leg)pluimveehouder, moeten voor 1 januari 2016 zijn omgezet naar de overeenkomst van de Geborgde Pluimveedierenarts. Alle praktijken met pluimveedierenartsen ontvangen van SGD een brief met nadere informatie.

         
Wijzigingen beoordelingsprotocol          

In het beoordelingsprotocol zijn enkele wijzigingen aangebracht, waarvan de belangrijkste zijn:

  • Aanwezigheid op de praktijk van een kopie van de ondertekende overeenkomst pluimveehouder – dierenarts volstaat. Een document met originele ‘natte’ handtekeningen is niet nodig.
  • Omdat de regeling Geborgde Pluimveedierenarts nu ook van toepassing wordt voor IKB Ei-bedrijven zijn twee normvoorschriften verduidelijkt. De melding aan de database IKB CRA dat geen antibiotica is voorgeschreven aan een koppel, is uitsluitend van toepassing op pluimveebedrijven uit de pluimveevleeskolom. Daarnaast is opgenomen dat ingeval diergeneesmiddelen op recept worden voorgeschreven, deze recepten per stal worden afgegeven.
         
           
Geborgde vleeskalverdierenarts          
Vleeskalverdierenarts          
           
Rapportage VERIN - belangrijkste tekortkomingen          

Elk kwartaal rapporteert VERIN over de bevindingen die zij hebben gedaan tijdens de audits. De belangrijkste en regelmatig voorkomende tekortkomingen zijn de volgende:

  • Dierenartsen missen soms enkele leveringen in InfoKalf, vooral van leveringen die gedaan zijn bij visites.
  • Indien er diergeneesmiddelen door de dierenarts worden toegepast moet de wettelijk vastgestelde informatie worden vastgelegd en bewaard (normvoorschrift VKVD.104). Minimaal verplichte informatie die in de administratie vastgelegd dient te worden is: de datum waarop de dieren werden onderzocht, naam en adres van de houder van de dieren, het aantal en de identificatie van de behandelde dieren, de diagnose, de diergeneeskundige motivering voor de toediening van het diergeneesmiddel, de benaming en registratienummer van het diergeneesmiddel, de toegediende dosering, de duur van de behandeling en de vastgestelde wachttermijn. Regelmatig ontbreekt hiervan bepaalde informatie.
         
Wijzigingen beoordelingsprotocol          

De belangrijkste wijzigingen in het beoordelingsprotocol voor de Geborgde Vleeskalverdierenarts zijn de volgende:

  • Het SGD-bestuur heeft op advies van het CvB besloten om de normvoorschriften die tot dusver op het kalverbedrijf werden gecontroleerd, vanaf 1 januari a.s. te gaan controleren op de dierenartspraktijk. Dit betekent een aanzienlijke kostenbesparing, aangezien van een 100% controle bij de kalverhouders wordt overgegaan naar een steekproefsgewijze controle op de praktijk. De kwartaalbeoordelingen die uitgevoerd werden op basis van de controlegegevens bij de kalverbedrijven zullen komen te vervallen. Dit staat overigens los van de reguliere IKB-controles bij de kalverhouders; dat verandert hier niet door.
    De controle van deze normvoorschriften wordt door VERIN tijdens de jaarlijkse audit meegenomen. Er vindt dus geen extra audit plaats; wel zal de door VERIN benodigde controletijd wat toenemen. Dat weegt echter ruimschoots op tegen de kosten die samenhangen met de controles bij de kalverhouders.
  • Een plaatsvervangende dierenarts moet toegepaste diergeneesmiddelen onder eigen UDN onder het betreffende UBN-nummer in de databank registreren. Als dit in incidentele gevallen op naam van de 1-op-1-dierenarts plaatsvindt wordt deze tekortkoming als een minor beoordeeld. Zijn de middelen niet geregistreerd dan is dit een major tekortkoming.
  • Geborgde Vleeskalverdierenartsen mogen alleen veterinaire diensten, incl. het leveren van diergeneesmiddelen, verlenen aan kalverbedrijven waarmee hij op de 1-op-1-overeenkomst vermeld staat als begeleidende-, vervangende- of spoeddierenarts. Uitgezonderd zijn spoedgevallen en diensten aan kalverhouders met minder dan 5 kalveren.
  • Volgens de UDD-regeling moet het bedrijfsgezondheidsplan een reductiedoelstelling voor het antibioticagebruik bevatten, voorzien van een uitvoeringstermijn. Het CvB vindt dat de formulering van een reductiedoelstelling geen doel op zich moet zijn. Bij kalverhouders die het goed doen moet ook een andere doelstelling dan een reductiedoelstelling kunnen worden geformuleerd. In het CvB is afgesproken om in het beoordelingsprotocol wel een normvoorschrift op te nemen die aansluit bij de UDD-regeling, maar dat VERIN uitsluitend controleert of over een reductiedoelstelling iets in het BGP is opgenomen (“is het veld ingevuld”) en niet naar de inhoud daarvan. Afgesproken is dat de Vakgroep Gezondheidszorg Vleeskalveren van de KNMvD het initiatief neemt om met een voorstel te komen hoe met de formulering van een reductiedoelstelling om te gaan.
         
Facturen VERIN voor audits op vleeskalverbedrijven          

In januari 2015 worden door VERIN facturen naar vleeskalverdierenartsen gestuurd voor de controles op normvoorschriften die in 2014 zijn uitgevoerd bij de kalverhouders. Dit betrof een 100% controle van een aantal normvoorschriften uit de regeling Geborgde Vleeskalverdierenarts, die bij de kalverhouder werden gecontroleerd. De afspraak om binnen de regeling gebruik te maken van deze bestaande controlesystematiek bij de kalverhouders is destijds in het CvB gemaakt, maar zal vanaf volgend jaar niet meer worden gehanteerd (zie hiervoor onder Wijzigingen beoordelingsprotocol). Dan wordt volledig overgeschakeld naar een (jaarlijkse) audit op de dierenartspraktijk, waar die punten dan steekproefsgewijs worden gecontroleerd. De controle op de praktijk vergt dan iets meer tijd, maar over het geheel bezien levert dat toch een aanzienlijke besparing op in auditkosten doordat de rekening voor de controles bij de kalverhouders volledig vervalt.

 

 

 

 

 

 

 

     
VBI inzichtelijk voor 1-op-1-relaties          

Partijen betrokken bij de antibiotica-aanpak hebben destijds in SDa-verband afgesproken dat over en weer inzicht wordt gegeven in de resultaten van de antibiotica-aanpak, om zo maximale transparantie te bereiken. Dat betekent dat de VBI van de dierenarts inzichtelijk wordt gemaakt voor zijn 1-op-1-relaties. Het CvB heeft besloten dit op te nemen in het reglement voor de geborgde vleeskalverdierenartsen. Op dit moment is de VBI-berekening van deze dierenartsen digitaal beschikbaar via InfoKalf. Deze VBI’s worden nu inzichtelijk gemaakt, uitsluitend voor de 1-op-1-relaties van de betreffende vleeskalverdierenarts. Betrokken partijen behandelen deze gegevens vertrouwelijk en mogen deze niet aan derden ter beschikking stellen.