logo  
SGD nieuwsbrief 1e kwartaal 2015
Uitschrijven - webversie
Periodieke nieuwsbrief

De Stichting Geborgde Dierenarts (SGD) informeert alle deelnemers aan het kwaliteitssysteem geborgde dierenarts vier keer per jaar over actuele ontwikkelingen en besluiten. U ontvangt deze nieuwsbrief automatisch omdat u ingeschreven staat in één van de registers. Afmelden voor deze nieuwsbrief kan hier.

 
Presentaties informatiebijeenkomsten
Op 24 februari  en 2 en 5 maart heeft de SGD informatiebijeenkomsten georganiseerd voor Geborgde Pluimvee-, Varkens- en Vleeskalverdierenartsen. De presentaties zijn op de website van de SGD geplaatst. De presentaties staan onder de diersoorten in de menubalk aan de linkerzijde. Daar is onder andere een toelichting gegeven op de Veterinaire Benchmark Indicator (VBI) en het daaraan gekoppelde verbetertraject voor dierenartsen die met de VBI in het actiegebied vallen. Daarvoor heeft de SGD ook informatiebijeenkomsten voor Geborgde Rundveedierenartsen georganiseerd.
 
Positief vonnis in rechtszaak AGIB b.v. en SGD over URA-middelen
Op 20 februari jl. wees de voorzieningenrechter te Utrecht een vordering van AGIB b.v. af met betrekking tot het voorschrijven van URA-middelen. Als vergunninghouder voor het afleveren van URA-middelen stelde AGIB b.v. de SGD aansprakelijk voor de gederfde omzet. AGIB b.v. wilde de SGD via de rechter dwingen het voorschrijven van URA-middelen door anderen dan de 1-op-1 dierenarts mogelijk te maken. Als alternatief wilde AGIB b.v. dat in de regeling een verplichting tot het afgeven van een jaarrecept werd opgenomen. De SGD wees deze eisen af en de rechter stelde daarop de SGD in het gelijk. AGIB  b.v. is inmiddels in hoger beroep gegaan. Het complete vonnis vindt u hier.
 
ACM wijst klacht over 1-op-1 relatie tussen dierenarts en veehouder af
De ACM zich heeft op 18 december jl. opnieuw uitgesproken over mogelijke mededingingsbeperkende gevolgen van de 1-op-1 overeenkomst die onderdeel uitmaakt van de regelingen van de SGD. Het ingediende bezwaar is ongegrond verklaard.
De uitspraak van de ACM vindt u hier. Voor het SGD bestuur was een belangrijk punt dat de ACM met deze uitspraak nogmaals de onafhankelijke positie van de SGD heeft bevestigd. Voor besluitvorming over reglementen, regelingen, uitvoeringsdocumenten en contracten met externe partijen is het SGD-bestuur statutair gehouden de Colleges van Belanghebbenden (CvB’s) te raadplegen. Besluiten die afwijken van het advies van de CvB’s moeten gemotiveerd worden. Bovendien worden de regelingen getoetst door een externe certificerende instantie (VERIN), die op basis van een aanbestedingsprocedure is geselecteerd. Dierenartsen gaan met deze partij een overeenkomst aan, die voorziet in een klachten en –geschillenregeling. Dierenartsen kunnen aldus opkomen tegen weigering of beëindiging van hun certificering. De ACM is van mening dat daarom de onafhankelijkheid van de toelatingsprocedure is gewaarborgd.
 
Agenda
De eerstvolgende bijeenkomsten van de Colleges van Belanghebbenden (CvB’s) en het Bestuur zijn:

CvB Geborgde Rundveedierenarts: 28 april 2015
CvB Geborgde Varkensdierenarts: 18 mei 2015
CvB Geborgde Pluimveedierenarts: 21 mei 2015
CvB Geborgde Vleeskalverdierenarts: 4 juni 2015
SGD Bestuursvergadering: 5 juni 2015

Op de website van de SGD kunt u zien wie er zitting hebben in de CvB’s. Mocht u opmerkingen of suggesties hebben over de inhoud of de uitvoering van de regelingen, dan kunt u die doorgeven aan uw vertegenwoordigers in de CvB’s of aan het SGD-secretariaat via info@geborgdedierenarts.nl.

De Colleges van Belanghebbenden voor de Geborgde Varkens-, Pluimvee- en Vleeskalverdierenarts zijn de afgelopen periode niet bijeen geweest. Daarom vindt u hieronder alleen verdere informatie voor Geborgde Rundveedierenartsen.
 
 
Geborgde rundveedierenarts
Rundveedierenarts
 
Wijziging Beslissingsprotocol
Bij de audits door de Certificerende Instantie wordt met enige regelmaat geconstateerd dat sommige dierenartsen jaarlijks dezelfde ‘minor’ tekortkomingen hebben. Die worden dan telkens met een relatief eenvoudige herstelactie gecorrigeerd. Op unaniem advies van het College van Belanghebbenden heeft het SGD-bestuur besloten om per 1 juli 2015 dit punt in het beslissingsprotocol aan te scherpen. Dat betekent dat bij herhaalde constatering van dezelfde tekortkoming op een ‘minor’ voorschrift, het betreffende voorschrift bij de tweede achtereenvolgende keer als een ‘major’ tekortkoming wordt beoordeeld. Gevolg is dan dat de tekortkoming binnen 6 weken hersteld moet worden. Het CvB hoopt dat daarmee de bereidheid groter wordt om ‘minor’ tekortkomingen op een meer structurele wijze op te lossen.
 
Personele wijziging in het CvB
In het College van Belanghebbenden zijn twee nieuwe vertegenwoordigers benoemd. Floor Bijen-Koning volgt Amanda Manten op namens FrieslandCampina en Mark van der Heijden volgt Edwin Visser op namens KNMvD.
 
Cascaderegeling en registratie in Medirund
Buitenlandse diergeneesmiddelen die op basis van de cascaderegeling in Nederland worden gebruikt, hebben regelmatig geen barcode (EAN-code), waardoor registratie in MediRund niet mogelijk is. De dierenarts kan een buitenlands middel zonder barcode bij FIDIN melden via het aanvraagformulier voor cascadeproducten. FIDIN benadert de buitenlandse leverancier dan om een unieke barcode op de verpakking te zetten. Zodra de EAN-code is afgegeven neemt FIDIN dat buitenlandse diergeneesmiddel op in de Branche Code Tabel (BCT) en is registratie in MediRund mogelijk. Bij de audit voor de Geborgde dierenarts dient u bij gebruik van een nog niet geregistreerd cascademiddel aan te kunnen tonen dat u een aanvraag voor een barcode bij FIDIN hebt gedaan en als registratie mogelijk is dit heeft geregistreerd in MediRund. De verantwoordelijkheid (en onderbouwing) voor de inzet van een cascademiddel blijft overigens de verantwoordelijkheid van de voorschrijvende dierenarts.
 
Export rundvee
Voor de export van runderen moeten op het rundveebedrijf regelmatig nog bloedmonsters worden genomen of enkele entingen (IBR/BVD) worden gedaan. Dat vindt in opdracht van de exporteur plaats voordat de dieren in quarantaine gaan. De exporteurs maken daarvoor meestal gebruik van een beperkt aantal vaste Geborgde rundveedierenartsen, die niet de 1-op-1-dierenarts van die bedrijven zijn. Omdat de dieren op dat moment al eigendom van de exporteur zijn, is dat binnen de regeling Geborgde Rundveedierenarts toegestaan. Deze dierenarts mag echter geen andere reguliere veterinaire handelingen op het veehouderijbedrijf uitvoeren ‘omdat hij toch op het bedrijf aanwezig is’.

Daarnaast dient de veehouder bij zijn bedrijfseigen 1-op-1-dierenarts een exportverklaring te vragen. Deze verklaring kan de 1-op-1-dierenarts alleen afgeven op basis van eigen onderzoek, waarnemingen en bevindingen. De 1-op-1-dierenarts kan die verklaring niet ongezien afgeven op basis van mondelinge mededelingen van de veehouder of op aangeven van de dierenarts in dienst van de exporteur. Dit is een regelmatig terugkerend misverstand.

Over het voorgaande is overleg gevoerd met VEEPRO, de organisatie van vee-exporteurs. Zij zullen hun exporteurs en de door hen ingeschakelde rundveedierenartsen er op wijzen dat uitsluitend bloedmonsters worden genomen of bij de betreffende dieren entingen mogen worden uitgevoerd ten behoeve van de export en geen andere veterinaire handelingen mogen worden verricht. Tevens zullen de exporteurs de veehouders informeren dat voor een gezondheidsverklaring van de 1-op-1-dierenarts een eigen onderzoek van de bedrijfsdierenarts noodzakelijk kan zijn.