logo  
SGD nieuwsbrief 4e kwartaal 2015
Uitschrijven - webversie
Periodieke nieuwsbrief
De Stichting Geborgde Dierenarts (SGD) informeert via een digitale nieuwsbrief alle deelnemers aan het kwaliteitssysteem geborgde dierenarts vier keer per jaar over de gang van zaken. U ontvangt deze nieuwsbrief automatisch omdat u ingeschreven staat in één van de registers. Afmelden voor deze nieuwsbrief kan hier.
 
Agenda

De eerstvolgende bijeenkomsten van de Colleges van Belanghebbenden (CvB’s) en het SGD-bestuur zijn:

CvB Geborgde Varkensdierenarts:

10 februari 2016

CvB Geborgde Vleeskalverdierenarts:

1 maart 2016

CvB Geborgde Pluimveedierenarts:

11 februari 2016

CvB Geborgde Rundveedierenarts:

3 februari 2016

SGD Bestuursvergadering:

11 maart 2016

Op de website van de SGD kunt u zien wie er zitting hebben in de CvB’s. Mocht u opmerkingen of suggesties hebben over de inhoud of de uitvoering van de regelingen, dan kunt u die doorgeven aan uw vertegenwoordigers in de CvB’s of aan het SGD-secretariaat via info@geborgdedierenarts.nl.

Externe audit VERIN
NQA heeft in opdracht van het SGD-bestuur een externe audit uitgevoerd bij VERIN. Inmiddels hebben zij daar ook over gerapporteerd. De beoordeling richtte zich op de uitvoering en de toepassing van de reglementen en protocollen door VERIN. NQA heeft daarvoor een aantal praktijkaudits bijgewoond en heeft het interne besluitvormingsproces bij VERIN onder de loep genomen. De conclusie van NQA was dat VERIN de controlerende werkzaamheden naar behoren uitvoert. Ten aanzien van de procedures voor bezwaar en beroep, zou volgens NQA duidelijker moeten worden aangegeven waar dierenartsen met welke klacht terecht kunnen. Daarnaast constateerde NQA dat er op een aantal punten inhoudelijke- en wegingsverschillen zitten in de vier regelingen van de SGD. Het bestuur zal de CvB’s informeren over de uitkomsten van de audit en hen vragen om advies ten aanzien van de conclusies.

 
Gedifferentieerde auditfrequentie in 2016 ingevoerd
Op basis van de adviezen uit de CvB’s is het SGD-bestuur tot de conclusie gekomen dat er een uniforme regeling moet komen waarmee dierenartsen een lagere auditfrequentie kan worden aangeboden. Het SGD-bestuur heeft besloten dat geborgde dierenartsen die geen major tekortkoming hebben en minder dan drie minors, in  aanmerking komen voor een auditfrequentie van eens in de twee jaar in plaats van één keer per jaar. De resultaten van de audit van 2016 zijn daarbij het startpunt. Dierenartsen die dan aan de eis voldoen krijgen in 2017 geen standaardcontrole. Voor de borging van het totale kwaliteitssysteem zal de SGD aan VERIN wel de opdracht geven om bij een steekproef (√N, bv. 20 op een totaal aantal van 400 dierenartsen in een regeling) van geborgde dierenartsen een ‘onaangekondigde’ controle uit te voeren. Deze controles richten zich op speerpunten en worden < 48 uur van te voren gemeld. De kosten van deze ‘onaangekondigde’ audits worden uit de algemene middelen van de SGD betaald. De besparing die de SGD hiermee realiseert voor individuele dierenartsen die voldoen aan de eis, is ongeveer €150,- op jaarbasis. Voor een dierenartsenpraktijk met meerdere geborgde dierenartsen kan dit bedrag tot een veelvoud hiervan oplopen.
 
 Deelnamekosten 2016

Het SGD-bestuur heeft de tarieven voor deelname voor 2016 vastgesteld op € 175,- per regeling. Deze verhoging is noodzakelijk vanwege een aantal voorziene kosten in 2016 zoals: het aanbestedingstraject voor de certificerende instantie, PBB-borging en extra voorlichtingsbijeenkomsten. Het SGD-bestuur heeft er voor gekozen om op basis van het solidariteitsprincipe de bijdrage over de regelingen gelijk te houden. Tevens is er met de introductie van de gedifferentieerde auditfrequentie een mogelijkheid gecreëerd om vanaf 2017 de overall kosten per dierenarts aanzienlijk te reduceren.
 

Geborgde Rundveedierenarts
Rundveedierenarts
 

Wijziging reglementen en protocollen per 1 januari 2016


Beoordelingsprotocol

Het beoordelingsprotocol is op een aantal punten aangepast. In GDA.01 is, vanwege het wegvallen van het ‘Kwaliteitsorgaan Dierenartsen’ in de uitvoering van de regeling, de tekst aangepast. En in GDR.01b is nu geregeld dat bij de controle op de dienstverlening door de 1-op-1 dierenarts de spoedvisites niet meegewogen worden.  Het verbetertraject, gekoppeld aan GDVD.08, is definitief vastgesteld. De dierenarts spant zich in om zijn Veterinaire Benchmark Indicator (VBI) in het streefgebied te krijgen, zoals vastgesteld door de SDa.

Verder zijn er twee normvoorschriften bijgekomen: GDA.07 over de ‘vierkantsvergelijking’ en GDVA.05 over de ‘PBB-toets’. De achtergrond van deze besluiten wordt hieronder verder toegelicht.

Bilaterale overeenkomst
Er is net als in de overige regelingen één wijziging doorgevoerd in artikel 3 lid g3, over de uitvoering van diergeneeskundige handelingen tijdens de uitbraak van een aangifteplichtige dierziekte.
 
Vierkantsvergelijking
Er is in het CvB-rund besloten om de zogenaamde vierkantsvergelijking van diergeneesmiddelstromen op te nemen in de regeling geborgde rundveedierenarts. Deze vierkantsvergelijking houdt in dat er jaarlijks een verslag wordt opgesteld waaruit blijkt dat de aankoop en verkoop van diergeneesmiddelen aansluiten bij de praktijk voorraad en het eventueel verlies.

Het is mogelijk niet bij iedereen bekend, maar de vierkantsvergelijking is al langer opgenomen in wetgeving (Regeling Diergeneesmiddelen) en dus een verplichting voor de apotheekhoudende dierenarts. Daarnaast wordt deze administratieve plicht ook genoemd in de Richtlijn Verslaglegging, die in 2014 door de KNMvD is gepubliceerd.

Het belang om deze administratieve controle op te nemen in de regeling geborgde rundveedierenarts is gelegen in het feit dat een kloppende administratie van diergeneesmiddelstromen de basis is voor een juiste bepaling van de dierdagdoseringen. In KPMG-rapportages, die zijn opgesteld in opdracht van de SDa, wordt gesteld dat het registratieproces in dierenartsenpraktijken niet altijd op orde is. In de ogen van het CvB-rund mogen er geen twijfels  bestaan over de betrouwbaarheid van het registratieproces en daarmee de bepaling van de juiste DDD´s.

Om bovengenoemde redenen wordt daarom de aanwezigheid van deze vierkantvergelijking  per 1-1-2016 opgenomen als normvoorschrift. Pas vanaf 2017 wordt dit bij controle getoetst. Voorlopig wordt er niet getoetst op de inhoud van dit verslag. De dierenarts moet alleen kunnen laten zien dat dit document (vormvrij) aanwezig is.

De SGD is zich bewust van het feit dat de PMS-leveranciers op dit moment de rapportage van de vierkantsvergelijking nog niet volledig hebben geautomatiseerd. Het is in uw belang om uw leverancier te wijzen op uw wensen op dit gebied en te doordringen van de urgentie die hierbij een rol speelt. De SGD gaat er vanuit dat de beroepsorganisaties KNMvD en CPD zich bij de PMS-leveranciers sterk zullen maken voor deze automatiseringsslag.

 
PBB-toets
Zowel uit een door de SGD uitgevoerde pilot als uit de audits van het COKZ is naar voren gekomen dat een aanzienlijk deel van de uitgevoerde PBB’s duidelijke tekortkomingen vertoont en dus op een aantal punten verbeterd moet worden. Hierbij gaat het met name om onbekendheid met het PBB-waarnemingsprotocol en met de consequenties die aan de waarnemingen behoren te worden verbonden ten aanzien van het al dan niet leveren van de melk. Zo bleek uit de pilot dat 21% van de dierenartsen niet bekend is met het protocol en paste 25% van de dierenartsen het protocol niet correct toe.  Ook bleek een aantal dierenartsen niet op de hoogte van het doel en het belang van het PBB. Het PBB maakt onderdeel uit van de garantiesystematiek van de zuivel en borgt dat melk wordt geleverd van gezonde koeien.

Om de uitvoering van de Periodieke Bedrijfsbezoeken (PBB) te verbeteren heeft de SGD in samenspraak met de zuivel en COKZ een plan van aanpak opgesteld. Onderdeel hiervan is het verbeteren van de kennis over het PBB-protocol via een digitale toets. Het streven is om op een zo eenvoudig mogelijke manier aan te tonen dat de kennis van de geborgde rundveedierenartsen over het PBB-protocol op orde is.

Vanaf 1 januari 2016 is in het beoordelingsprotocol opgenomen dat geborgde rundveedierenartsen voor 1 april 2016 de toets met voldoende resultaat moeten hebben afgelegd. VERIN zal hierop controleren. Wanneer u de toets al vóór 1 januari maakt, telt het resultaat al wel mee voor de beoordeling door VERIN.

In samenwerking met VERIN en LearningOnline is een e-toets ontwikkeld. Alle geborgde rundveedierenartsen dienen deze toets te maken. De toets bestaat uit 10 vragen over het PBB-protocol en moet zonder fouten gemaakt worden. Er is één herkansingsmogelijkheid wanneer de toets de eerste keer niet gehaald wordt. Wanneer er voor de tweede keer een onvoldoende wordt gescoord, moet een door het College van Belanghebbenden aangewezen nascholing over het PBB worden gevolgd. Inmiddels hebben alle geborgde rundveedierenartsen een e-mail ontvangen met een link naar de toets en bijbehorende inloggegevens.
 
Intercollegiaal overleg dierenartsen over bedrijfsgezondheidsplannen (IOD-BGP)
Tijdens de afgelopen CvB-rund vergadering is er door de faculteit Diergeneeskunde (fD) en ICOVET een terugkoppeling gegeven op de stand van zaken. In de periode september-december zijn er 90 bijeenkomsten ingepland. Een klein deel van de dierenartsen heeft zich nog niet opgegeven. Deze ontvangen een brief om dit alsnog te doen voor 31 december 2015. Uit de eerste evaluaties komt naar voren dat veel dierenartsen het interactieve karakter waarderen en dat duidelijker is geworden waaraan een goed BGP moet voldoen. Daarnaast was men soms ontevreden over de kosten en hadden sommige dierenartsen moeite met de beoordelingssystematiek. De uitkomsten van de fD gaven aan dat er een grote spreiding zit in de kwaliteit van de BGP met een gemiddelde rond de 6,2. Eind januari wordt er een definitief evaluatierapport opgeleverd op basis waarvan het CvB-rund zal besluiten of en in welke vorm het IOD-BGP zal worden gecontinueerd.
 
Samenstelling CvB-rund
Het SGD-bestuur heeft dr. Peter Franken op basis van een unanieme voordracht van het CvB-rund herbenoemd als voorzitter. Namens de KNMvD heeft het SGD-bestuur Bouwen Scheijgrond benoemd als CvB-lid en Paul Warmerdam herbenoemd.

Op de website van de SGD kunt u zien wie er zitting hebben in de CvB’s. Mocht u opmerkingen of suggesties hebben over de inhoud of de uitvoering van de regelingen, dan kunt u die doorgeven aan uw vertegenwoordigers in de CvB’s of aan het SGD-secretariaat via info@geborgdedierenarts.nl.
 
Geborgde Varkensdierenarts
Varkensdierenarts
 
Wijziging reglementen en protocollen per 1 januari 2016


Beoordelingsprotocol
Het beoordelingsprotocol is op een aantal punten aangepast. Het betreft GDA.103 over de registratie van diergeneesmiddelen, waarbij rekening is gehouden met knelpunten in de registratie die buiten de invloedssfeer van de dierenarts liggen. In  GDVD.110 is vastgesteld dat de ingang van de controle op online monitoring zal in gaan per 1 juli 2016. Daarnaast wordt bij GDVD.109 van de dierenarts een inspanningsverplichting gevraagd om de VBI te verlagen tot minimaal de signaleringswaarde. Tevens zijn bij GDA.01, GDO.101 de verwijzingen naar het KD weggehaald omdat dit orgaan niet meer bestaat.


Bilaterale overeenkomst

Er is net als in de overige regelingen één wijziging doorgevoerd in artikel 2 lid c, over de uitvoering van diergeneeskundige handelingen tijdens de uitbraak van een aangifteplichtige dierziekte.
Verder is er in artikel 8 lid d een uitbreiding opgenomen met betrekking tot de toestemming van de varkenshouder voor het doorgeven van informatie over dierziekten (de ziekte van Aujeszky, Swine Vesicular Disease (SVD) en klassieke varkenspest) aan de dierenarts.
 
Geborgde Pluimveedierenarts
Pluimveedierenarts
 
Wijziging reglementen en protocollen per 1 januari 2016
 
Beoordelingsprotocol
Het SGD-bestuur heeft het door het CvB-pluimvee vastgestelde VBI-verbetertraject, dat gekoppeld is aan normvoorschrift G.05 goedgekeurd. Verder heeft het SGD-bestuur besloten om G.05 conform de andere regelingen aan te passen: van de dierenarts wordt een inspanningsverplichting gevraagd om de VBI te verlagen tot minimaal de signaleringswaarde.

Bilaterale overeenkomst
Er is net als in de overige regelingen één wijziging doorgevoerd in artikel 2 lid c, over de uitvoering van diergeneeskundige handelingen tijdens de uitbraak van een aangifteplichtige dierziekte.

Reglement
Het CvB-pluimvee heeft het advies van het SGD-bestuur overgenomen om een preambule op te nemen bij het reglement van de geborgde pluimveedierenarts. Het SGD-bestuur heeft het door het CvB-pluimvee vastgestelde reglement goedgekeurd. In de preambule wordt onder andere gesteld dat geborgde pluimveedierenartsen hun veterinaire dienstverlening in beginsel uitvoeren conform de Gids voor Goede Veterinaire Praktijk voor voedselproducerende dieren, of diens opvolger, zoals vastgesteld door het bestuur van de KNMvD en de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen.

De preambule is ook al onderdeel van het reglement van de geborgde rundveedierenarts. Binnen het CvB-varken en CvB-vleeskalveren is nog geen definitief besluit over de preambule genomen.

Verder zijn in het reglement de verwijzingen naar het Kwaliteitsorgaan Dierenartsen verwijderd omdat dit orgaan geen onderdeel meer uitmaakt van de uitvoering van de regeling.

Samenstelling CvB-pluimvee
Het CPD heeft een hernieuwd verzoek gedaan voor een zetel in het CvB-pluimvee. Het CvB-pluimvee heeft het SGD-bestuur daarop geadviseerd om dit verzoek te honoreren wanneer het CPD voldoet aan de criteria die daarvoor door de SGD zijn gesteld. Er moet sprake zijn van een representatieve vertegenwoordiging van minimaal 25% van het aantal geborgde dierenartsen binnen een regeling. Bovendien moeten de uitgangspunten en de afspraken die voortvloeien uit het convenant TF ABRES onderschreven worden. Het CPD gaf vervolgens aan 21% van de geborgde pluimveedierenartsen te vertegenwoordigen. Omdat hiermee niet aan de minimumeis wordt voldaan heeft het SGD-bestuur het CvB-pluimvee gevraagd om zo spoedig mogelijk met een vervolgadvies te komen.

Op de website van de SGD kunt u zien wie er zitting hebben in de CvB’s. Mocht u opmerkingen of suggesties hebben over de inhoud of de uitvoering van de regelingen, dan kunt u die doorgeven aan uw vertegenwoordigers in de CvB’s of aan het SGD-secretariaat via info@geborgdedierenarts.nl.
 
Geborgde Vleeskalfdierenarts
Vleeskalverdierenarts
 
Wijzigingen reglementen en protocollen per 1 januari 2016

Beoordelingsprotocol
In het beoordelingsprotocol is een aantal zaken gewijzigd. Bij VKA.01 is de verwijzing naar het Kwaliteitsorgaan Dierenartsen (KD) weggehaald vanwege de opheffing van dat orgaan.  Normvoorschrift VKA.04 komt te vervallen omdat hier in de praktijk niet op gecontroleerd of gesanctioneerd wordt en de SDa  er waarschijnlijk voorlopig geen gebruik van zal maken bij de VBI-berekeningen. VKA.07 is toegevoegd en legt de verplichte basiscursus, waartoe het CvB-vleeskalveren heeft besloten, vast in het beoordelingsprotocol. Bij VKR.103 is bij de interpretatie aangegeven dat ondertekening van de 1-op-1 overeenkomst door de kalvereigenaar/integratie facultatief is. De handtekening van de kalverhouder en de dierenarts  blijven vanzelfsprekend wel verplicht. Verder is bij VKVC.101b het maximale aantal van vier werkzame stoffen op het BPP weggevallen.

Tot slot is net als bij de andere regelingen het verbetertraject dat gekoppeld is aan VKVD.113 goedgekeurd. Ook heeft het SGD-bestuur besloten om conform andere regelingen VKVD.113 aan te passen: van de dierenarts wordt een inspanningsverplichting gevraagd om de VBI te verlagen tot minimaal de signaleringswaarde.

Bilaterale overeenkomst
Er is net als in de overige regelingen een wijziging doorgevoerd in artikel 2 lid d, over de uitvoering van diergeneeskundige handelingen tijdens de uitbraak van een aangifteplichtige dierziekte. Daarnaast zijn er door SBK een aantal (tekstuele) wijzigingen voorgesteld die ertoe leiden dat in de overeenkomst de rol en de verantwoordelijkheden van kalverhouder, dierenarts en kwaliteitssystemen duidelijker beschreven zijn.

Reglement
Aan het reglement is een bepaling toegevoegd onder artikel 4 lid 2 waarmee de verplichte basiscursus nu ook onderdeel is van het reglement. Verder is een passage over onderlinge uitwisseling van de benchmark voorlopig verwijderd. Binnen het CvB-vleeskalveren is afgesproken pas tot uitwisseling van benchmarkgegevens over te gaan als  kalverhouder, kalvereigenaar en dierenarts ieder over een eigen benchmark beschikken.

Samenstelling CvB-vleeskalveren
Het SGD-bestuur heeft Teus Kreuger en Peter Theeuwes (beiden KNMvD) herbenoemd voor een periode van drie jaar in het CvB-vleeskalveren.

Op de website van de SGD kunt u zien wie er zitting hebben in de CvB’s. Mocht u opmerkingen of suggesties hebben over de inhoud of de uitvoering van de regelingen, dan kunt u die doorgeven aan uw vertegenwoordigers in de CvB’s of aan het SGD-secretariaat via info@geborgdedierenarts.nl.