logo  
SGD nieuwsbrief December 2016
Uitschrijven - webversie
Periodieke nieuwsbrief
De SGD- Nieuwsbrief informeert over de ontwikkeling van de regelingen van de SGD. Deze Nieuwsbrief verschijnt 4 keer per jaar.

De inhoud van de regeling wordt voorgesteld door de Colleges van Belanghebbenden per regeling en wordt getoetst en goedgekeurd door het SGD-bestuur.

Heeft u opmerkingen of vragen over de regeling, neem dan contact op met uw vertegenwoordigers in het College van Belanghebbenden. U vindt de samenstelling van de verschillende colleges op de website van de SGD . U kunt uw vragen of opmerkingen ook richten aan het secretariaat van de SGD via info@geborgdedierenarts.nl.

U ontvangt deze nieuwsbrief automatisch omdat u ingeschreven staat in één van de registers. Afmelden voor deze nieuwsbrief kan hier.

 
Agenda Colleges van Belanghebbenden en SGD-bestuur

De vergaderingen van de Colleges van Belanghebbenden en het SGD-bestuur vinden in het eerste kwartaal van 2017 plaats op:

CvB Geborgde Rundveedierenarts

31 januari

CvB Geborgde Pluimveedierenarts

9 februari

CvB Geborgde Vleeskalverdierenarts

14 februari

CvB Geborgde Varkensdierenarts

14 februari

SGD Bestuur

24 maart
 
 

Onderzoek veterinaire borging door Nederlandse Zuivel Organisatie

Hoe is de veterinaire borging in Nederland toekomstbestendig te maken? Het beantwoorden van die vraag is de opdracht die adviesbureau Rijn Consult kreeg van de Nederlandse Zuivel Organisatie. Rijn Consult heeft met alle partijen die een rol spelen in de borging van de kwaliteit van de melk gesproken over de opzet en werking van de veterinaire borging waaronder het borgingssysteem van de SGD. Dit wordt afgezet tegen de eisen die in Nederland worden gesteld, maar vooral ook tegen de eisen die importerende landen stellen. Dit is van belang daar veel Nederlandse veehouders een groot deel van hun inkomen verdienen door de export. De dierenarts heeft een dubbelrol: hij is behandelaar, begeleider, adviseur, én controleur. Deze dubbelrol heeft voordelen, maar kan ook voor conflict of interest zorgen. Rijn Consult gaat in zijn advisering te rade bij beroepsorganisaties van dierenartsen, maar ook bij kwaliteitssystemen van sectoren in Nederland buiten de zuivel, en in het buitenland. De rapportage van bevindingen en aanbevelingen voor een toekomstbestendige veterinaire borging is gepland  in februari 2017. De SGD heeft medewerking verleend aan het onderzoek door toelichting te geven op de werking en de ontwikkeling van het borgingssysteem van de SGD. 

 

Gevolgen voor SGD-regelingen van de wijziging UDD-regeling per 1-1-2017

Op 1 januari 2017 wordt de wijziging van de wettelijke UDD-regeling van kracht. Deze bepaalt dat onder voorwaarden  in het BBP 2e keuzemiddelen mogen worden opgenomen ter behandeling door de veehouder van maximaal 3 door de 1-op-1-dierenarts bepaalde aandoeningen. De gewijzigde UDD-regeling heeft ook gevolgen voor het opstellen van de reductiedoelstelling voor het antibioticagebruik door de veehouder. In deze Nieuwsbrief is per regeling weergegeven wat de gewijzigde UDD-regeling betekent voor de regeling van de  Geborgde Rundveedierenarts, de Geborgde Varkensdierenarts en de Geborgde Vleeskalverdierenarts.

 

Afdracht van dierenarts aan SGD 2017 niét verhoogd

Het bestuur van de SGD heeft besloten om de afdracht van de geborgde dierenarts aan de SGD te houden op het niveau van 2016: te weten € 175,-- voor elke regeling waaraan een dierenarts deelneemt. Van deze afdrachten worden betaald: het secretariaat, de vacatievergoeding voor SGD-bestuursleden en de voorzitters van CvB’s, juridisch advies, onderhoud- en ontwikkeling van ICT-voorzieningen van de SGD, de website en andere communicatie, steekproefsgewijze audits en de vergaderfaciliteiten van bestuur en CvB’s. De bijdrage wordt geïnd door de Certificerende Instelling (VERIN).

 
Geborgde Rundveedierenarts
Rundveedierenarts
 
Gevolgen gewijzigde UDD-regeling 

Op 1 januari 2017 wordt de wijziging van de wettelijke UDD-regeling van kracht. Deze bepaalt dat onder voorwaarden  in het BBP 2e keuzemiddelen mogen worden opgenomen in het BPP ter behandeling door de veehouder van maximaal 3 door de 1-op-1-dierenarts bepaalde aandoeningen. Voorwaarde is dat in het BGP de noodzaak tot het voorhanden hebben van het 2e keuzemiddel is onderbouwd én dat beschreven staat wat de maatregelen zijn om uitbraak van de aandoening te bestrijden en voorkomen. Daarnaast bepaalt de nieuwe UDD-regelgeving dat wanneer de veehouder een ‘structureel laag antibioticagebruik’ heeft, hij geen jaarlijkse reductiedoelstelling hoeft op te nemen in het BGP.

Dit heeft geleid tot aanpassing van het SGD-besluit Minimumeisen Bedrijfsgezondheidsplan en Bedrijfsbehandelplan Rundveesector (minimumeisen BGP/BBP). Het beoordelingsprotocol van de Geborgde Rundveedierenarts verwijst naar dit besluit: zie GDVB.01 en GDVC.01.

De definitie van ‘structureel laag antibioticagebruik’ is uitgewerkt in de 'Gids voor goede veterinaire praktijk voor de melkveesector’.

 
Toetsing BGP in 2017 en 2018

De beoordeling van de BGP’s 2016 die besproken zijn in de IOD-BGP’s, is in volle gang.

Op basis van de beoordelingen die bekend zijn, is te zeggen dat 5 tot 10% van de BGP’s niet voldoet aan de eisen die de SGD stelt. Dit is een lager percentage dan in 2015 toen 25% van de BGP’s niet aan de eisen voldeed.

Voor 2017 en 2018 is besloten over de toetsing:

  • dierenartsen die in 2017 IKM-getoetst worden door de St. Koekompas en hierop een voldoende ontvangen, zijn vrijgesteld van toetsing van een BGP in 2017. De St. Koekompas bepaalt het UBN van het te toetsen Koekompas;
  • de niet-IKM getoetste dierenartsen kunnen kiezen tussen (a) het bespreken en ter toetsing voorleggen van een BGP van een door de CI te bepalen UBN in een IOD BGP, of (b) het insturen van 3 BGP’s van door de CI te bepalen UBN’s aan de faculteit Diergeneeskunde die vervolgens de toetsing uitvoert;
  • wanneer een voldoende wordt behaald in 2017 ontvangt de dierenarts een vrijstelling voor 2018. Deze vrijstelling geldt niet voor de dierenarts die pas na een herstelbeoordeling een voldoende haalt;
  • in het jaar 2018 wordt steekproefsgewijs getoetst op het BGP. Er wordt een toets gedaan bij √n (n=alle Rundveedierenartsen die BGP’s opstellen). De kosten van deze steekproefsgewijze toetsing komen niet voor de individuele dierenarts. De steekproefsgewijze toetsing levert wel een beoordelingsresultaat voor de individuele dierenarts op.

Een onvoldoende leidt tot een major. De herstelbeoordeling betreft het binnen 3 maanden ter toetsing aanbieden aan de faculteit Diergeneeskunde van 3 BGP’s: hetzij 3 ‘oude’ BGP’s van UBN’s te selecteren door de CI, hetzij 3 nieuwe BGP’s te selecteren/aan te leveren door de dierenarts zelf. Deze wijze van herstelbeoordeling is gelijk aan de huidige herstelbeoordeling wanneer er een onvoldoende wordt behaald.  Kosten komen voor rekening van de dierenarts.

De communicatie over de praktische uitwerking en kosten van het IOD-BGP en de toetsing op basis van de 3 BGP’s door de faculteit Diergeneeskunde volgt begin 2017.

 
Afspraken tussen SGD, Qlip en VERIN over uitvoering bijwoningen Periodiek Bedrijfs Bezoek

In het najaar van 2016 is door middel van bijwoning van een Periodiek Bedrijfs Bezoek (PBB)  bij een steekproef van geborgde rundveedierenartsen, getoetst of de uitvoering van het PBB correct verloopt. De bijwoningen worden uitgevoerd door een dierenarts van Qlip. Op verzoek van het College van Belanghebbenden Geborgde Rundveedierenarts wordt hieronder verduidelijkt wat is overeengekomen tussen de SGD, Qlip en VERIN.  In opdracht van de SGD doet de dierenarts van Qlip de PBB-bijwoningen. De SGD is met  Qlip overeengekomen dat Qlip de bevindingen van de bijwoningen rapporteert aan VERIN, zijnde de Certificerende Instelling van de SGD. VERIN neemt vervolgens de certificatiebeslissing en communiceert deze aan de dierenarts. Het uitvoeren van de bijwoningen is door de SGD in opdracht gegeven aan Qlip omdat VERIN de noodzakelijke veterinaire PBB-kennis niet beschikbaar heeft. 

 
PBB-toets voor ‘recentelijk afgestudeerden’

Geborgde Rundveedierenartsen dienen een e-PBB-toets af te leggen om na te gaan of aanvullende scholing over het Periodiek Bedrijfs Bezoek en het waarneemprotocol noodzakelijk is. De vraag deed zich voor of dit ook een verplichting is voor recentelijk afgestudeerde geborgde rundveedierenartsen. Besloten is dat dierenartsen die zijn afgestudeerd in Utrecht na 1 september 2015 niet aan deze verplichting hoeven te voldoen, daar voor deze dierenartsen de uitvoering van het Periodiek Bedrijfs Bezoek nadrukkelijk deel heeft uitgemaakt van de opleiding. 

 
Geborgde Varkensdierenarts
Varkensdierenarts
 
Ontwikkelingen relatie SGD -  IKB NV en sanctionering

Eind 2015 heeft IKB Nederland Varken de 1-op-1 overeenkomst gewijzigd.  Door IKB NV is naar aangesloten varkenshouders gecommuniceerd dat zij niet meer  hoeven te werken met een geborgde varkensdierenarts. In september 2016 heeft IKB NV de SGD verzocht de 1 op 1 overeenkomst van IKB NV te erkennen in het stelsel van de geborgde dierenarts. In november 2016 heeft IKB NV de SGD gevraagd of de SGD het kwaliteitssysteem van de SGD wenst aan te melden voor het register ‘erkende kwaliteitssystemen dierenartsen’ van IKB NV.

De SGD heeft gereageerd dat erkenning van de 1-op-1 overeenkomst van IKB NV onder voorwaarden mogelijk is. Ten eerste dient de overeenkomst van IKB NV gelijkwaardig te zijn aan de overeenkomst van de SGD. De tweede voorwaarde is dat aan alle voorwaarden die voor SGD en sectorpartijen noodzakelijk zijn om de afspraken uit het Convenant Antibioticaresistentie Dierhouderij na te leven –waaronder het betrouwbaar opleveren van de VBI’s -, wordt voldaan. Het SGD-bestuur heeft IKB NV uitgenodigd voor overleg.

De SGD heeft besloten om tot 1 april 2017 niet te sanctioneren op een tekortkoming op het normvoorschrift dat gaat over het afsluiten van de 1-op-1-overeenkomst van de SGD, tenzij tot overeenstemming wordt gekomen over bovenstaande voorwaarden. Het niet-sanctioneren geldt alleen voor dit normvoorschrift, niet voor de voorschriften die voortvloeien uit de 1-op-1 overeenkomst van de SGD.

De SGD zal geen activiteit ondernemen om het kwaliteitssysteem van de SGD aan te melden bij IKB NV. De SGD stelt eisen aan de dierenarts, niet aan de dierhouder en kan derhalve geen keuzes maken voor kwaliteitssystemen van dierhouders. De normvoorschriften van de SGD zijn openbaar; op basis hiervan kan IKB NV het kwaliteitssysteem van de SGD erkennen.

 
Gevolgen gewijzigde UDD-regeling 

Op 1 januari 2017 wordt de wijziging van de wettelijke UDD-regeling van kracht. Deze bepaalt dat onder voorwaarden  in het BBP 2e keuzemiddelen mogen worden opgenomen in het BPP ter behandeling door de veehouder van maximaal 3 door de 1-op-1-dierenarts bepaalde aandoeningen. Voorwaarde is dat in het BGP de noodzaak tot het voorhanden hebben van het 2e keuzemiddel is onderbouwd én dat beschreven staat wat de maatregelen zijn om uitbraak van de aandoening te bestrijden en voorkomen. Daarnaast bepaalt de nieuwe UDD-regelgeving dat wanneer de veehouder een ‘structureel laag antibioticagebruik’ heeft, hij geen jaarlijkse reductiedoelstelling hoeft op te nemen in het BGP.

Dit heeft geleid tot aanpassing van voorschriften GDVB.101.f, GDVB.101.h en GDVC.102.b het Beoordelingsprotocol Geborgde Varkensdierenarts.

De definitie van ‘structureel laag antibioticagebruik’ is uitgewerkt in de 'Gids voor Goede Praktijken Varkenshouders'.

 
Verplichte nascholing aangifteplichtige varkensziekten

Voorschrift GDO.101 van het beoordelingsprotocol stelt dat de SGD onderdelen kan benoemen waarop de geborgde varkensdierenarts nascholing dient te volgen. De SGD heeft besloten dat de geborgde varkensdierenarts vóór 01-01-2018 nascholing dient te volgen over het onderwerp ‘aangifteplichtige varkensziekten’. De SGD nodigt nascholingsaanbieders uit om scholing aan te bieden. Het programma dient te zijn geaccrediteerd door veterinaire accreditatiesystemen zoals PE Veterinair of CPD. Aan de orde dienen te komen:

  • de (inter)nationale kaders en regels;
  • monitoring, melding, verdenking en bestrijding;
  • agens, transmissie, kliniek, pathologie en diagnostiek;
  • inzicht in de actuele situatie globaal van klassieke varkenspest, Afrikaanse varkenspest, Mond en Klauwzeer, Swine Vesicular Disease en Ziekte van Aujesky.

Drie dierenartsen uit het College van Belanghebbenden bepalen gezamenlijk of de aangeboden nascholing aan de vereisten voldoet. Aanbieders dienen een scholingscertificaat uit te geven om de toetsing van deelname mogelijk te maken. De kosten komen voor rekening van de dierenarts die deelneemt aan de nascholing. In de volgende SGD-Nieuwsbrief en via de SGD-website zullen we u informeren over de scholingsmogelijkheden.

Eind 2015 hebben KNMvD en CPD gezamenlijk een nascholing aangifteplichtige varkensziekten verzorgd. Besloten is dat dierenartsen die deze scholing hebben gevolgd op 15 november 2015, reeds aan de verplichting voldoen.

 
Geborgde Pluimveedierenarts
Pluimveedierenarts
 
Verlengde termijn voor actualisatie van BGP en BBP bij leegstand

Het College van Belanghebbenden Geborgde Pluimveedierenarts heeft geadviseerd om de termijn voor het actualiseren van het BGP en BBP te verlengen indien het moment waarop volgens het beoordelingsprotocol dient te worden geactualiseerd, valt op het moment waarop de stal leeg is.

Het College van Belanghebbenden stelt voor om te bepalen dat de termijn waarop het BGP en BBP dient te zijn geactualiseerd, verschuift  naar uiterlijk een maand nadat het pluimvee weer op het bedrijf aanwezig is. Het voorstel hiertoe ligt voor aan IKB KIP en IKB Ei die dit inbrengen in hun overleg eind februari 2017. Het SGD bestuur heeft aangegeven goedkeuring te verlenen aan het voornemen onder voorbehoud van instemming van beide IKB’s. In overleg met IKB Kip en IKB Ei wordt een ingangsdatum bepaald. Communicatie hierover volgt in de Nieuwsbrief van de SGD in het eerste kwartaal van 2017.

 
Geborgde Vleeskalfdierenarts
Vleeskalverdierenarts
 
Gevolgen gewijzigde UDD-regeling 

Op 1 januari 2017 wordt de wijziging van de wettelijke UDD-regeling van kracht. Deze bepaalt dat onder voorwaarden  in het BBP 2e keuzemiddelen mogen worden opgenomen in het BBP ter behandeling door de veehouder van maximaal 3 door de 1-op-1-dierenarts bepaalde aandoeningen. Voorwaarde is dat in het BGP de noodzaak tot het voorhanden hebben van het 2e keuzemiddel is onderbouwd én dat beschreven staat wat de maatregelen zijn om uitbraak van de aandoening te bestrijden en voorkomen. Daarnaast bepaalt de nieuwe UDD-regelgeving dat wanneer de veehouder een ‘structureel laag antibioticagebruik’ heeft, hij geen jaarlijkse reductiedoelstelling hoeft op te nemen in het BGP.

Dit heeft geleid tot aanpassing van voorschriften VKVB.101.i, VKVB.101.j, VKVC.101.e en VKVC.104a, van het Beoordelingsprotocol Geborgde Kalverdierenarts.

Het Model Bedrijfsgezondheidsplan van IKB Vleeskalf is aangepast, o.a. naar aanleiding van de gewijzigde UDD-regeling. In de tekst van het beoordelingsprotocol wordt nu naar de meest recente versie verwezen.

De definitie van ‘structureel laag antibioticagebruik’ is uitgewerkt in de Gids voor goede praktijken antibioticumgebruik in de kalverhouderij’ deze wordt begin 2017 gepubliceerd.

 
Nascholing ‘Opstellen van het Bedrijfsgezondheidsplan’ 

Voorschrift VKA.06 bepaalt dat de SGD kan besluiten tot het bepalen van onderwerpen waarop de geborgde kalverdierenarts zich dient bij te scholen. De SGD heeft besloten dat de geborgde kalverdierenarts zich in 2017 dient bij te scholen op het opstellen van en communiceren over het Bedrijfsgezondheidsplan.

Besloten is om nascholingsaanbieders uit te nodigen een aanbod te doen. De vorm is niet vrij: de scholing dient plaats te vinden door intercollegiaal overleg onder leiding van een procesbegeleider in een setting van maximaal 10 personen. Op basis van informatie over fictieve bedrijven, dient het opstellen van en het communiceren met de veehouders over het bedrijfsgezondheidsplan getraind. De scholing dient te zijn geaccrediteerd door een veterinair systeem zoals PE Veterinair of CPD. Het College van Belanghebbenden Geborgde Kalverdierenarts zal beoordelen of de scholing aan de bovengenoemde criteria voldoet. De kosten van de nascholing zijn voor rekening van de deelnemende dierenarts.

In de volgende SGD-Nieuwsbrief ontvangt u nadere informatie over het nascholingsaanbod.