logo  
SGD nieuwsbrief Q2-2017  
Uitschrijven - webversie  

De SGD-Nieuwsbrief informeert over de ontwikkeling van de regelingen van de SGD. De inhoud van de regelingen wordt opgesteld door de Colleges van Belanghebbenden en wordt getoetst en goedgekeurd door het SGD-bestuur.

Heeft u opmerkingen of vragen, neem dan contact op met uw vertegenwoordigers in het College van Belanghebbenden. U vindt de samenstelling van deze colleges op de website van de SGD. U kunt uw vragen of opmerkingen ook richten aan het secretariaat via info@geborgdedierenarts.nl.

Deze Nieuwsbrief verschijnt 4 keer per jaar. Alle geborgde dierenartsen ontvangen deze nieuwsbrief automatisch. Anderen ontvangen de SGD-Nieuwsbrief omdat ze zich hiervoor hebben opgegeven.

 
   

Vergaderdata Colleges van Belanghebbenden en SGD-bestuur 3e kwartaal 2017
 

 

College van Belanghebbende Geborgde Rundveedierenarts

 31 augustus

College van Belanghebbende Geborgde Vleeskalverdierenarts

 6 september

College van Belanghebbende Geborgde Varkensdierenarts

 19 september

College van Belanghebbende Geborgde Pluimveedierenarts

 21 september

Bestuur SGD

 13 oktober
 
 
   

Benoemingen in de Colleges van Belanghebbenden

 
   

CvB Geborgde Rundveedierenarts
Annemarie  Olsman – Vrielink is benoemd tot lid van het  College van Belanghebbenden Geborgde Rundveedierenarts. Zij is afgevaardigd door het CPD en is opvolger van Cor de Vries.

CvB Geborgde Varkensdierenarts
Sander van den Heijkant is benoemd tot lid van het  College van Belanghebbenden Geborgde Varkensdierenarts. Hij is afgevaardigd door LTO Nederland en is opvolger van William Meulendijks.

CvB Geborgde Pluimveedierenarts
Aalt den Herder is benoemd tot lid van het  College van Belanghebbenden Geborgde Pluimveedierenarts. Hij is afgevaardigd door de NVP  en is opvolger van  Jan Brok.

Het SGD bestuur wenst de nieuwe collegeleden veel succes en dankt Cor de Vries, William Meulendijks en Jan Brok voor hun deelname en inzet.

 
   

Gedifferentieerde auditfrequentie en onaangekondigde audits SGD

 
   

In december 2015 heeft de SGD twee besluiten genomen en gecommuniceerd die leiden tot een doorontwikkeling van de SGD. Het eerste besluit betreft de invoering van de gedifferentieerde auditfrequentie. Het doel is het verminderen van de controle-lasten bij dierenartsen die de zaken op orde hebben. 2017 is het eerste jaar dat dierenartsen zonder major en met 3 of minder minors in de audit van het voorgaande jaar, niet hoeven te worden geaudit.  Het tweede besluit betreft de invoering van de onaangekondigde audit. Hiermee komt de regeling op een hoger plan. Het onaangekondigd auditen gaat starten ná 1 juli 2017 en vindt plaats bij een steekproef van √n van alle geborgde dierenartsen. De audit wordt minimaal 24 uur en maximaal 48 uur van tevoren aangekondigd. De audit wordt betaald uit de algemene middelen van de SGD.

De onaangekondigde audit gaat over alle normvoorschriften. Nadat de helft van het aantal audits is uitgevoerd, zal op basis van de resultaten door de SGD besloten worden of de onaangekondigde audits zich op bepaalde normvoorschriften gaan concentreren.

 
   

Toekomst van de veterinaire borging in de zuivel

 
   

In het najaar van 2016 heeft adviesbureau Rijnconsult in opdracht van de NZO een onderzoek uitgevoerd om te komen tot aanbevelingen voor het toekomstproof maken van de veterinaire borging in de zuivel. Directe aanleiding was een kritisch rapport van het COKZ over de uitvoering van het Periodiek Bedrijf Bezoek (PBB). Het PBB maakt onderdeel uit van de garanties die waarborgen dat uitsluitend melk van gezonde dieren wordt geleverd. Het niet goed geborgd zijn van dit proces levert kwetsbaarheid van de zuivelorganisatie en hiermee voor melkveehouders vanwege het belang van volksgezondheid en export. Inmiddels is het onderzoek door Rijnconsult afgerond en is de managementsamenvatting verspreid naar de verschillende stakeholders waaronder KNMvD, CPD, LTO en SGD. Dit rapport is niet de eindconclusie van de NZO: hierover vindt op dit moment bestuurlijk overleg plaats binnen NZO en vervolgens met stakeholders/partijen zoals de SGD.

 
   

Zelfstandige positie SGD ook statutair, en nieuwe relatie SGD – SDa

 
   

KNMvD en SGD hebben besloten om de zelfstandige positionering van de SGD ook in de statuten tot uiting te laten komen. Dit voornemen leidt tot een statutenwijziging voor wat betreft de dierenartsenafvaardiging in de Colleges van Belanghebbenden, de procedure voor de voordracht van SGD-bestuurders en  de procedure om een statutenwijziging te realiseren.

In lijn met bovenstaande is besloten tot borging van de deelname van de beroepsgroep dierenartsen aan de Stichting Diergeneesmiddelenautoriteit (SDa) via de SGD, en niet meer via de KNMvD. Dit laatste betekent dat de SGD verantwoordelijk wordt voor de financiële afdracht van de beroepsgroep dierenartsen aan de SDa, en voor de voordracht vanuit de beroepsgroep naar de overleggremia van de SDa. Ook om dit te realiseren is een statutenwijziging nodig.

Deze statutenwijzigingen worden momenteel uitgewerkt. Er wordt advies gevraagd aan de verschillende Colleges van Belanghebbenden in het derde kwartaal van  2017.

Start offerte-traject Certificerende Instelling

De SGD werkt sinds de start van de regeling geborgde dierenarts met VERIN (nu onderdeel van KIWA) als Certificerende Instelling. De CI voert de audits uit, neemt de beoordelingsbesluiten op basis van de waarnemingen van de auditoren en communiceert met de aangesloten dierenartsen over de registratie.

Eind juni 2017 zijn alle bekende CI’s in de agri-foodsector aangeschreven met de vraag of ze willen worden uitgenodigd om een offerte in te dienen betreffende de werkzaamheden van de CI. Uit de aanmeldingen selecteert een selectiecommissie ingesteld door het SGD-bestuur de CI’s die worden uitgenodigd om een offerte uit te brengen in september 2017. Een eventuele overgang naar een andere CI zal volgens planning plaatsvinden per 1 januari 2018.

Aan de selectiecommissie nemen deel een (dierenarts)afgevaardigde uit ieder CvB en een lid van het SGD-bestuur.

 
   

Onderzoek naar Kritische Succesfactoren antibiotica-voorschrijfbeleid dierenartsen

 
   

Door het antibioticabeleid van de afgelopen jaren is de focus in de veehouderij toenemend komen te liggen op de preventie van dierziekten. Een scala aan maatregelen en initiatieven heeft het antibioticagebruik in de Nederlandse veehouderij aanzienlijk verminderd en de recente SDa rapportage laat zien dat ook in 2016 de veehouderij in staat is gebleken het antibioticagebruik verder te reduceren. Een restrictief gebruik van antibiotica kan echter in enkele gevallen op gespannen voet staan met diergezondheid, dierwelzijn en productiviteit.  Daarom is het belangrijk inzicht te krijgen in welke antibioticareductie haalbaar is (ethisch, economisch, praktisch), waar reductie nog haalbaar is en op welke wijze.

Bovenstaande is de reden dat in opdracht van het ministerie van EZ  onderzoek wordt uitgevoerd om antwoord te vinden op de vraag welke verdere antibioticareductie haalbaar is in verschillende diersectoren en op welke wijze dit kan, waarbij rekening wordt gehouden met ethische, economische en praktische aspecten. Dierenartsen spelen in deze vraagstelling een belangrijke rol. De faculteit Diergeneeskunde bereidt  daarom - samen met de KNMvD-  onderzoek voor om op bovenstaande vragen een antwoord te vinden.

De SGD is benaderd met de vraag of gebruik mag worden gemaakt van versleutelde en daardoor niet tot personen herleidbare data betreffende de VBI en de 1-op-1-relaties. Het SGD-bestuur is genegen hier toestemming voor te verlenen daar het doel van het onderzoek past bij de doelstelling van de SGD en heeft besloten de vraag aan de Colleges van Belanghebbenden voor te leggen om van eventuele bezwaren kennis te nemen. Dit zal vanwege tijdsredenen begin juli per mail gebeuren.

Er loopt al onderzoek in de pluimvee-, varkens- en vleeskalversector naar de kritische succesfactoren bij veehouders.

 
   

Communicatie over uitsluiting dierenarts

 
   

Het SGD-bestuur heeft besloten dat de SGD wanneer een dierenarts wordt uitgesloten (dus niet geschorst), de 1-op-1-relaties van de desbetreffende dierenarts hierover individueel zal berichten. Uitsluiting is de laatste stap in een langdurig traject met een aantal contactmomenten met de Certificerende Instelling en meerdere mogelijkheden om tekortkomingen te herstellen.  De SGD zal hier niet toe overgaan zonder tevoren de desbetreffende dierenarts te informeren. Dit is conform het advies van de Colleges van Belanghebbenden. Tot op heden zijn er geen dierenartsen uitgesloten van de SGD-regeling.

 
   
Geborgde Rundveedierenarts  
Rundveedierenarts  
   

Toetsing Bedrijfs Gezondheids Plan  2017 en 2018

 
   

In de Q1 nieuwsbrief van de SGD is aangegeven dat voor de toetsing van het Bedrijfsgezondheidsplan in 2017 het volgende geldt:

  1. dierenartsen die in 2017 IKM-getoetst worden en een voldoende ontvangen zijn vrijgesteld van toetsing van het BGP in 2017;
  2. de niet-IKM getoetste dierenartsen kunnen kiezen tussen:
  • toetsing van één door de certificerende instelling te selecteren BGP in een intercollegiaal overleg (IOD-BGP): kosten: € 234, - (excl. btw);
  • het ter toetsing voorleggen van 3 BGP’s  door de certificerende instelling te selecteren UBN’s aan de faculteit Diergeneeskunde: kosten:  € 159,- (excl. btw).

Ten behoeve van de organisatie van de toetsingen zal ICOVet  op korte termijn de geborgde rundveedierenartsen per mail benaderen om  te inventariseren naar welke wijze van toetsing de voorkeur uitgaat. De inventarisatie vindt plaats per digitale enquête.

Wanneer een voldoende wordt behaald in 2017, ontvangt de dierenarts een vrijstelling van toetsing van het BGP in 2018. Deze vrijstelling geldt niet voor dierenartsen die na een herstelbeoordeling een voldoende halen. Om het kwaliteitssysteem te borgen zal de SGD in 2018  bij ca 30 dierenartsen -√(n=alle rundveedierenartsen die BGP’s opstellen) een BGP toetsen. De kosten van deze toetsing zijn omgeslagen over alle geborgde rundveedierenartsen met 1-op-1 relaties  door een opslag op de kosten van de toetsing in 2017 (ook voor de IKM-getoetste dierenartsen). Er worden in 2018 geen kosten doorberekend aan geborgde rundveedierenartsen voor deze steekproefsgewijze toetsing die samenhangt met de vrijstelling.

Wanneer het BGP met een onvoldoende wordt beoordeeld, leidt dit tot een major die hersteld dient te worden door een voldoende beoordeling van 3 BGP’s. Het herstelbeoordelingstraject is gelijk aan die in het jaar 2016. Dit  houdt in dat binnen 3 maanden hetzij 3 ‘oude’ BGP’s van UBN’s aan te wijzen door de certificerende instelling, hetzij 3 ‘nieuwe’ van door dierenarts te bepalen bedrijven, ter toetsing door de dierenarts worden aangeboden aan de faculteit Diergeneeskunde (kosten €159,- excl. btw).

 
   

Toetsing Periodiek Bedrijfs Bezoek (PBB) en aanpassing PBB-protocol

 
   

Normvoorschrift GDVA.04 bepaalt dat het PBB-waarnemingsprotocol op de juiste wijze wordt uitgevoerd en dat steekproefsgewijs bijwoningen van het PBB plaatsvinden om dit te toetsen. Vanaf de tweede helft van 2017 zal dit gebeuren bij een 60-tal dierenartsen. Dit gebeurt op dezelfde wijze als in 2016. De bijwoningen zullen in Q3 en Q4 worden uitgevoerd.

Een medewerker van Qlip neemt vooraf contact op voor het maken van een afspraak.  De bijwoningen duren een uur en worden uitgevoerd door een dierenarts van Qlip. Gelijk na de bijwoning wordt terugkoppeling gegeven aan de desbetreffende dierenarts en de certificerende instelling. De kosten van deze bijwoningen worden gedragen door de SGD.  

Iets om rekening mee te houden is dat Qlip het PBB-protocol heeft  gewijzigd, onder andere op basis van opmerkingen van geborgde rundveedierenartsen nav. de PBB-toets en PBB-scholing, en op basis van bespreking met een afvaardiging van het College van Belanghebbenden Geborgde Rundveedierenarts. Er is een aantal tekstuele wijzigingen doorgevoerd waardoor de tekst beter aangeeft waar het protocol of het stroomschema over gaan, en de tekst is geactualiseerd. De term ‘Erkende Herkauwerdierenarts’ is vervangen door ‘ de Geborgde Rundveedierenarts welke is opgenomen op de 1-op-1 overeenkomst’. Op  pag. 5 is een nieuw punt toegevoegd, nl. punt 5 dat toelichting geeft op wat er met het PBB formulier gebeurt nadat het PBB is afgerond.

Er zijn 2 wijzigingen doorgevoerd die gevolgen hebben voor de uitvoering van het Periodiek Bedrijfsbezoek en die zullen worden getoetst gedurende de Bijwoningen. Deze betreffen:

  1. Onderdeel 2e op pagina 5 : ‘ nadere informatie verkregen van de veehouder WORDT geverifieerd (in plaats van … is te verifiëren) met de vastgelegde gegevens in de dierziekteadministratie of bijvoorbeeld met productie- of onderzoeksgegevens’  
  2. Onderdeel 2g op pagina 5, nl. punt 2g: ‘ Na afronding van het PBB wijst de dierenarts de veehouder op het feit dat de genoteerde attentiedieren in de dierziekteadministratie en administratie uit te houden melk dienen opgenomen te worden (voor zover dat nog niet het geval is), en dat van deze dieren de melk niet geleverd mag worden’. Dit punt betreft een nieuw onderdeel.

Het protocol treft u via deze link aan.

 
   
   
Geborgde Varkensdierenarts  
Varkensdierenarts  
   

Resultaat van overleg van SGD met IKB Nederland Varkens over de 1-op-1-overeenkomst en de registratie van 1-op-1-overeenkomsten

 
   

De 1-op-1 overeenkomst

Sinds IKB Nederland Varkens begin 2016 een ‘eigen’ 1-op-1 overeenkomst introduceerde, hebben geborgde varkensdierenartsen te maken gekregen met twee verschillende overeenkomsten bij varkenshouders die aangesloten zijn bij IKB Nederland Varkens: één van de SGD en één van IKB Nederland Varkens.  Dit leidt in de praktijk tot praktische knelpunten. In afwachting van een oplossing van dit knelpunt heeft de SGD besloten om wel te controleren op de naleving van het afsluiten van de SGD-overeenkomst, maar om niet te sanctioneren.  In september 2016 heeft IKB Nederland Varkens een verzoek gericht aan de SGD tot erkenning van hun 1-op-1-overeenkomst. De SGD heeft de voorwaarden geformuleerd waaronder dit kan: de 1-op-1 overeenkomst dient gelijkwaardig te zijn aan de SGD-overeenkomst en alle afspraken  uit het Convenant Antibiotica resistentie dienen zonder meer te worden nageleefd. Naar aanleiding hiervan heeft overleg plaatsgevonden tussen SGD en IKB Nederland Varkens en zijn de beide overeenkomsten met elkaar vergeleken. De overeenkomst van IKB Nederland Varkens is op de voor SGD/dierenartsen essentiële onderdelen in overeenstemming gebracht met de SGD-overeenkomst. In de overeenkomst wordt de geborgde dierenarts niet genoemd, maar wordt aangegeven dat de dierenarts is aangesloten bij een door IKB Nederland erkende kwaliteitsregeling voor dierenartsen. Tegelijkertijd heeft IKB Nederland Varkens medegedeeld de regeling van de SGD te erkennen als kwaliteitsregeling voor dierenartsen. Het College van Belanghebbenden heeft positief over dit resultaat geadviseerd.

Met deze aanpassingen zijn IKB Nederland Varkens en SGD tot een werkbare oplossing gekomen.

Dit betekent dat vanaf 1 juli a.s. gebruik dient te worden gemaakt van de actuele overeenkomst versie 3.3. van de SGD of versie 4.0 van IKB Nederland Varkens. Dit geldt voor alle nieuw af te sluiten overeenkomsten. De ‘oude’ overeenkomsten van IKB Nederland Varkens dienen te worden vervangen daar deze niet voldoen aan het model dat gelijkwaardig is aan de SGD-overeenkomst. Met IKB Nederland Varkens is afgesproken dat deze gedurende de tweede helft van 2017 worden vervangen. De Certificerende Instelling maakt wel melding van het niet voldoen van de overeenkomst aan de vereisten, maar houdt er rekening mee dat er gelegenheid is tot 1 januari 2018  voor aanpassing. Tot die tijd leidt dit niet tot een sanctie.

 
   

De registratie  van 1-op-1 overeenkomsten

 
   

Momenteel moet elke 1-op-1 overeenkomst geregistreerd worden in de  database van 1-op-1-relaties van geborgde varkensdierenartsen die is ondergebracht bij VERIN. IKB Nederland Varkens heeft de SGD verzocht om voor wat betreft de 1-op-1-overeenkomsten van varkenshouders die aangesloten zijn bij IKB Nederland Varkens te volstaan met de registratie  in de database van IKB Nederland Varkens. De SGD heeft onderzocht of dit mogelijk is voor wat betreft wettelijke eisen, de noodzaak tot behoud van betrouwbaarheid van de informatie die essentieel is in het kader van de afspraken uit het Convenant Antibiotica Resistentie (bv. de bepaling van de VBI van de dierenarts), en gezien het stelsel van de Geborgde Dierenarts. Dit blijkt mogelijk. Dit betekent dat de geborgde varkensdierenarts voor registratie van de 1-op-1-overeenkomst met een varkenshouder die aangesloten is bij IKB Nederland Varkens, kan volstaan met het opgenomen zijn van de overeenkomst bij IKB Nederland Varkens.

 

Nascholingsverplichting aangifteplichtige varkensziekten

 
   

In 2016 is besloten dat iedere geborgde varkensdierenarts vóór 1 januari 2018 nascholing dient te volgen over aangifteplichtige varkensdierziekten. De SGD heeft aanbieders van nascholing uitgenodigd om een online-aanbod te ontwikkelen dat voldoet aan door het College van Belanghebbenden bepaalde eisen. Van de aanbieders heeft het CPD aangegeven verder op de uitnodiging in te gaan en een aanbod te bieden dat voldoet aan de criteria. U zult van VERIN een schrijven ontvangen dat doorgeleidt naar het scholingsaanbod. De periode waarin de online-nascholing kan worden gevolgd loopt van 1 september 2017 tot 31 december 2017.   

Alle deelnemers ontvangen na deelname een deelnamecertificaat en de scholingsaanbieder zal een deelnemerslijst zenden aan de certificerende instelling. De geborgde varkensdierenartsen die 25 november 2015 de nascholing over aangifteplichtige varkensziekten hebben gevolgd zijn vrijgesteld van de scholingsverplichting. Het CPD draagt er zorg voor dat de deelnemerslijst bij VERIN bekend is. Ter verificatie is aan te raden dat het deelnamecertificaat kan worden getoond. De kosten van de nascholing zijn voor rekening van de deelnemende dierenarts.

 
   
Geborgde Pluimveedierenarts  
Pluimveedierenarts  
   

Aanpassing beoordelingsprotocol betreffende Actualisatie BGP en BBP bij lege stal

 
   

In het beoordelingsprotocol van de Geborgde Pluimveedierenarts is opgenomen dat Bedrijfsgezondheidsplan en Bedrijfsbehandelplan jaarlijks worden geëvalueerd en geüpdatet. Op advies van het College van Belanghebbenden heeft de SGD besloten dat indien actualisatie dient plaats te vinden op het moment dat er leegstand is op het pluimveebedrijf, het tijdstip van evaluatie kan verschuiven naar uiterlijk een maand nadat het pluimvee weer aanwezig is. IKB Kip en IKB Ei hebben beide de SGD laten weten hiermee te kunnen instemmen. Deze aanpassing van het SGD-beoordelingsprotocol gaat in op 1 juli 2017.

 
   
Geborgde Vleeskalfdierenarts  
Vleeskalverdierenarts  
   

Nascholing ‘Opstellen Bedrijfsgezondheidsplan’ 

 
 

Voorschrift VKA.06 bepaalt dat de SGD kan besluiten tot het bepalen van onderwerpen waarop de geborgde kalverdierenarts zich dient bij te scholen. De SGD heeft besloten dat de geborgde vleeskalverdierenarts zich in 2017 dient bij te scholen op het opstellen van en communiceren over het Bedrijfsgezondheidsplan. Hierover bent u geïnformeerd in de laatste SGD-Nieuwsbrief van 2016.

De SGD heeft aanbieders van begeleiding van intercollegiaal overleg uitgenodigd om  een aanbod te doen. De vorm is niet vrij: de scholing dient plaats te vinden door intercollegiaal overleg onder leiding van een procesbegeleider in een setting van maximaal 10 personen. Op basis van informatie over fictieve bedrijven, dient het opstellen van en het communiceren met de veehouders over het Bedrijfsgezondheidsplan te worden getraind. De scholing dient te zijn geaccrediteerd door een veterinair systeem zoals PE Veterinair of CPD.

Naar aanleiding van deze uitnodiging hebben zowel de Vakgroep Geneeskunde Vleeskalveren van de KNMvD als het CPD een aanbod gedaan. Het College van Belanghebbenden Geborgde Vleeskalverdierenarts heeft geoordeeld dat beide aanbieders aan de criteria voldoen en heeft hen gevraagd om de procesbegeleiders een gezamenlijke trainingsbijeenkomst te laten volgen en de casussen/fictieve bedrijven in onderlinge afstemming te bepalen.

De scholing wordt aangeboden in de tweede helft van 2017. Alle Geborgde Vleeskalverdierenartsen ontvangen van VERIN bericht over het nascholingsaanbod. U kunt de informatie ook inwinnen bij de VGVK (e.vandervelden@dapthewi.nl) of bij CPD: Hugo de Groot (info@cpd-online.nl).

De kosten van de nascholing zijn voor rekening van de deelnemende dierenarts. Alle deelnemers ontvangen na deelname een deelnamecertificaat en de scholingsaanbieders zullen een deelnemerslijst zenden aan de certificerende instelling. De getrainde procesbegeleiders die zelf Geborgde Vleeskalverdierenarts zijn, zijn vrijgesteld van deze scholing.