logo  
SGD nieuwsbrief 3-2017  
Uitschrijven - webversie  

De SGD-Nieuwsbrief informeert over de ontwikkeling van de regelingen van de SGD. De inhoud van de regelingen wordt opgesteld door de Colleges van Belanghebbenden en wordt getoetst en goedgekeurd door het SGD-bestuur.

Heeft u opmerkingen of vragen, neem dan contact op met uw vertegenwoordigers in het College van Belanghebbenden. U vindt de samenstelling van deze colleges op de website van de SGD. U kunt uw vragen of opmerkingen ook richten aan het secretariaat via info@geborgdedierenarts.nl.

Deze Nieuwsbrief verschijnt 4 keer per jaar. Alle geborgde dierenartsen ontvangen deze nieuwsbrief automatisch. Anderen ontvangen de SGD-Nieuwsbrief omdat ze zich hiervoor hebben opgegeven.

 
   

Vergaderdata Colleges van Belanghebbenden en SGD-bestuur 4e kwartaal 2017

 

College van Belanghebbende Geborgde Vleeskalverdierenarts

 8 november

College van Belanghebbende Geborgde Rundveedierenarts

16 november

College van Belanghebbende Geborgde Varkensdierenarts

21 november

College van Belanghebbende Geborgde Pluimveedierenarts

30 november

Bestuur SGD

15 december
 
 
   

Statutenwijziging SGD

 

In 2011 is op initiatief van de KNMvD en op dringend verzoek van de politiek, het stelsel van de geborgde dierenarts opgebouwd. De KNMvD was destijds de enige partij die dit heeft kunnen doen, maar van meet af aan was duidelijk dat het systeem onafhankelijk moest staan. Het doel van de statutenwijziging is het versterken van de onafhankelijke positie van de SGD. Dit is in lijn met het feit dat er inmiddels een tweede beroepsorganisatie van dierenartsen is, en in lijn met wat marktpartijen van de SGD vragen.

Concreet betekent dit dat het SGD-bestuur in de ontwerpakte van statutenwijziging die in ieder College van Belanghebbenden aan de orde is geweest, uitwerking heeft gegeven aan:

  • de statutaire ontkoppeling van de SGD en KNMvD, en
  • de overname door de SGD van de verantwoordelijkheid voor de vertegenwoordiging bij de Stichting Diergeneesmiddelen autoriteit (SDa) en de financiële bijdrage aan de SDa.

De wijzigingen betreffen:

  • duidelijker aangeven dat onderdeel van de doelstelling van de SGD is het bevorderen van een verantwoord gebruik van geneesmiddelen en het zorgdragen voor het toezicht op de reglementen en regelingen van de SGD. Dit is voorwaarde voor de overname door de SGD van de verantwoordelijkheid voor deelname van de dierenartsenberoepsgroep aan de SDa en het innen van de financiële bijdrage aan de SDa door de SGD;
  • de wijze waarop de voordracht voor een bestuurslid van de SGD tot stand komt. Dit was op voordracht van de KNMvD. In de statutenwijziging is dit op voordracht van een commissie die bestaat uit afgevaardigden van de dierenartsengeleding van de CvB’s en een SGD-bestuurslid;
  • de bepaling dat de voorzitter van het bestuur dierenarts is en dat alle leden van het bestuur onafhankelijk dienen te zijn van de partijen die vertegenwoordigd zijn in de CvB’s;
  • als deelnemers aan het CvB vanuit de dierenartsen is nu opgenomen dat het gaat om ‘beroepsorganisaties van dierenartsen’ in plaats van de KNMvD;
  • de wijze van statutenwijziging: op dit moment is hiervoor goedkeuring van de KNMvD vereist waarbij het advies van de CvB’s dient te worden toegevoegd aan het goedkeuringsverzoek. In plaats daarvan komt er een zwaardere adviesrol bij de CvB’s;
  • de bestemming van een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting hoeft niet meer te worden goedgekeurd door de KNMvD.

Het SGD-bestuur heeft enkele aanpassingen doorgevoerd naar aanleiding van de adviesronde in de CvB’s. De CvB’s zijn hierover beargumenteerd geïnformeerd. Op grond van de huidige statuten zijn de ontwerp-statuten vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan het bestuur van de KNMvD, tezamen met de opmerkingen die in de CvB’s zijn gemaakt. Het SGD-bestuur heeft schriftelijk de goedkeuring van het bestuur van de KNMvD op de voorliggende Akte van Statutenwijziging ontvangen per brief d.d. 17 november 2017. Het streven is om het traject statutenwijziging in november 2017 af te ronden.

 
   

Overname door SGD van de verantwoordelijkheid voor deelname aan SDa door beroepsgroep dierenartsen alsmede de bijdrage SDa per 1 juli 2017

 

Overname door de SGD van de verantwoordelijkheid voor deelname van de beroepsgroep dierenartsen aan de SDa betekent dat de SGD verantwoordelijk wordt voor de financiële afdracht van de beroepsgroep aan de SDa. Tevens betekent het dat de SGD de voordracht van de vertegenwoordiging van de beroepsgroep dierenartsen in de Raad van Advies en de voordracht voor het bestuur van de SDa organiseert.
Het SGD-bestuur heeft geconstateerd dat de verschillende CvB’s de ingezette lijn logisch vinden gezien de ontkoppeling van SGD en KNMvD. De door enkele CvB’s genoemde voorwaarde van statutaire ontkoppeling van SGD en KNMvD, is ook voorwaarde voor het SGD-bestuur. 

Op dit moment wordt de beroepsgroep volgens de statuten van de SDa in de SDa vertegenwoordigd door de KNMvD. Dit zal in het vervolg via de SGD verlopen. Het bestuur van de KNMvD heeft hiermee ingestemd per brief d.d. 17 november 2017.
De middelen van de SDa worden op dit moment voor de helft gevormd door een subsidie van het ministerie van Economische Zaken. De andere helft wordt bijeengebracht door de 4 diersectoren en de KNMvD. Het deelnemen van de beroepsgroep dierenartsen via de SGD betekent een SDa-afdracht van €80,- per jaar per geborgde dierenarts ongeacht het aantal registraties. Het verzoek van de KNMvD aan de SGD is om ook de tweede helft van 2017 te voldoen aan de SDa. Het SGD-bestuur heeft besloten hier positief op te reageren en het bedrag over de tweede helft van 2017 te factureren in 2 jaren: in 2018 en 2019. De SDa-bijdrage over 2018 en 2019 wordt hiermee €100,- per geborgde dierenarts. De SGD is voornemens bij facturering duidelijk onderscheid te maken tussen SGD-bijdrage en SDa-bijdrage. Het SGD-bestuur zal zorgdragen voor tijdige communicatie naar de geborgde dierenartsen.

 
   

Bijdrage SGD 2018 en facturatie SGD-bijdrage 2017

 

Het SGD-bestuur heeft besloten de SGD-bijdrage voor 2018 niet te verhogen en dus ongewijzigd te laten  op €175,- per dierenarts per registratie.

 
   

Contractering Kiwa VERIN als certificerende instelling SGD 2018 – 2020

 

Kiwa VERIN is vanaf de start van de SGD de certificerende instelling van de SGD geweest. De overeenkomst van Kiwa VERIN met de SGD loopt af per 1 januari 2018. In juni 2017 is een offertetraject gestart om één of twee certificerende instellingen te contracteren voor de jaren 2018 – 2020. De SGD heeft eind juni 2017 alle certificerende instellingen in de agri-foodsector gevraagd of ze in aanmerking wensen te komen om een offerte uit te brengen. Uiteindelijk hebben 4 partijen een offerte ingediend.

Uit de diverse CvB’s is een selectiecommissie samengesteld die is aangevuld met een bestuurslid van de SGD. Aan de commissie hebben deelgenomen:

  • Marcel Boereboom, dierenarts, namens CvB Geborgde Pluimveedierenarts
  • Frans Meulders, dierenarts, namens CvB Geborgde Varkensdierenarts
  • Hans Neleman, dierenarts, namens het CvB Geborgde Vleeskalverdierenarts
  • Paul Warmerdam, dierenarts, namens het CvB Geborgde Rundveedierenarts
  • Floor Beijen, dierenarts, werkzaam bij Friesland Campina, namens CvB Geborgde Rundveedierenarts.
  • Frederik Schutte, jurist, bestuurslid SGD

De selectiecommissie heeft een unaniem advies uitgebracht aan het SGD-bestuur. Het SGD-bestuur heeft het advies van de selectiecommissie overgenomen en heeft één partij, te weten Kiwa VERIN, de opdracht gegund. Het contracteren van twee certificerende instellingen bleek per certificerende instelling duurder. Bovendien bleek er geen combinatie van twee certificerende instellingen mogelijk door de voorwaarden die de certificerende instellingen stellen aan het functioneren naast een andere certificerende instelling.

De audits worden ongeveer 12% duurder ten opzichte van de aanbesteding bij de start van de regelingen van de SGD. Dit wordt veroorzaakt door:

  • de verlaagde auditfrequentie waardoor overheadkosten en administratieve kosten over een kleiner aantal audits worden gespreid en de bezoeken minder efficiënt kunnen worden gepland;
  • toename van het aantal voorschriften in de regelingen.

VERIN heeft sinds de start als certificerende instelling van de SGD geen tussentijdse tariefstijgingen doorgevoerd (m.u.v. de regeling geborgde rundveedierenarts daar deze audit een kwartier meer tijd in beslag neemt). In het overleg met Kiwa VERIN ten behoeve van het afsluiten van de overeenkomst, is overeengekomen om te onderzoeken op welke wijze te komen is tot vergroting van de efficiency van de audit in de toekomst. Te denken valt aan de inzet van digitale databestanden en/of technieken van self-assessment. Dit wordt verder uitgewerkt in 2018.

Aan de leden van de CvB’s is verslag gedaan over het doorlopen traject, het advies van de selectiecommissie en het besluit van het SGD-bestuur.

Verhouding beleid SGD en NVWA voor wat betreft aanpassen van BGP en BBP n.a.v. wijziging in wet- en regelgeving of formularium
De SGD hanteert als regel voor het controleren van naleven van voorschriften met betrekking tot wet- en regelgeving, dat het BGP en BBP op het jaarlijkse moment van actualiseren in lijn dienen te worden gebracht met de vigerende wet- en regelgeving. De ingangsdatum van nieuwe wet- en regelgeving ligt echter nagenoeg altijd eerder. De NVWA gaat uit van de formele ingangsdatum van wet en regelgeving. Of de NVWA een overgangstermijn hanteert qua sanctioneren is aan de NVWA en staat los van het SGD-beleid. 

 
   

Cassatieverzoek SGD en KNMvD inzake zaak AGIB verworpen

 

Uitspraak Hoge Raad inzake cassatieverzoek uitspraak van het Hof in de zaak AGIB. Het cassatieverzoek van KNMvD en SGD is verworpen. Dit heeft geen direct gevolg voor de regelingen van de SGD, die zijn immers al in overeenstemming gebracht met de uitspraak van het Hof in het voorjaar van 2016. SGD en KNMvD zijn door AGIB aansprakelijk gesteld voor de schade die zij zegt te lijden ten gevolge van de regelgeving van de SGD. SGD en KNMvD beraden zich op de vervolgstappen

 
   

Aanpassing van de beoordelingsprotocollen n.a.v. toets aan mededingingswetgeving

 

Het bestuur van de SGD heeft de CvB’s gevraagd om een check te doen op de documenten van de SGD (mn. de beoordelingsprotocollen) met betrekking tot de eisen die worden gesteld aan dierenartsen die werken voor of in opdracht van de veehouder. Doel is dat duidelijk blijkt dat van de 1-op-1 dierenarts en de vervangende dierenarts wordt vereist dat ze geborgd zijn, en dat vanuit de SGD geen eisen worden gesteld aan de andere dierenartsen waarop de veehouder een beroep kan doen (te weten: de dierenarts in geval van spoedeisende hulp, de dierenarts die wordt ingeroepen vanwege specifieke deskundigheid, expertise of ervaring of in geval van bestrijding uitbraak aangifteplichtige dierziekten). In 2017 worden de documenten van de SGD hierop gescreend. Aanpassingen en verduidelijkingen worden doorgevoerd per 1 -1-2018.

 
   

Goedkeuring verstrekking data ten behoeve van onderzoek Kritische Succes Factoren dierenartsen

 

De Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit van Utrecht voert in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken wetenschappelijk onderzoek uit naar de factoren die van invloed zijn op het antibiotica-voorschrijfgedrag van landbouwhuisdieren in Nederland. In dit kader is aan de SGD toestemming gevraagd voor het verstrekken door de verschillende databanken van data betreffende de verzameling geborgde dierenartsen en hun 1-op-1 relaties en de VBI van de dierenartsen. Dit is aan de orde geweest in de verschillende Colleges van Belanghebbenden. Ieder College van Belanghebbenden heeft zich achter het doel van het onderzoek gesteld, onder de voorwaarde van anonimisering/versleuteling van data en van een juridische toets op de rechtmatigheid van de dataverstrekking.    

Het SGD-bestuur heeft na een juridische toets op de voorgestelde aanpak besloten om toestemming te verlenen aan de sectordatabanken om data betreffende de verzameling geborgde dierenartsen met hun 1-op-1 relaties over de periode 01-01-2013 tot en met 30-06-2017 te verstrekken ten behoeve van dit wetenschappelijk onderzoek. Noodzakelijke voorwaarde daarvoor is vastlegging van de werkwijze (m.n. betreffende de anonimisering en de versleuteling) in een overeenkomst tussen dataleveranciers, faculteit Diergeneeskunde en de anonimiserende/versleutelende organisatie IDTS.

Voorafgaand aan publicatie worden de uitkomsten besproken in de Werkgroep bestaande uit dierenartspractici uit alle diersectoren, en in de Stuurgroep KSF Dierenartsen waarin de  KNMvD zitting heeft en waarvoor het  CPD zal worden uitgenodigd. De publicatie zal in de Colleges van Belanghebbenden worden geagendeerd.

 
   

Vacature voorzitter SGD-bestuur per 1-1-2018

 

Per 1 januari 2018 is de positie van voorzitter van het SGD-bestuur vacant. Arjan Stegeman is aftredend volgens rooster van aftreden. Hij is vanaf de start van de SGD voorzitter geweest van het bestuur. Het bestuur wil graag conform beschreven wijziging in de statuten van de SGD tot een voordracht voor een nieuwe voorzitter komen. Dit betekent dat na de voorgenomen statutenwijziging uit de dierenartsengeleding van ieder College van Belanghebbenden een afgevaardigde wordt gevraagd. Deze zal samen met een bestuurslid van de SGD, in dit geval is dat Frederik Schutte, de voordrachtscommissie vormen. In de te wijzigen statuten is opgenomen dat de voorzitter van het bestuur van de SGD een dierenarts dient te zijn.

 
   

Verkenning n.a.v. onderzoek veterinaire borging in de zuivel en Geart Benedictus als waarnemend voorzitter CvB Geborgde Rundveedierenarts

 

De Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) heeft onderzoek gedaan naar de toekomst van de veterinaire borging in de zuivel. Het bestuur van de SGD en leden van het CvB Geborgde Rundveedierenarts zijn betrokken geweest bij dit onderzoek en hebben kennis genomen van de resultaten. Uit het onderzoek kwam onder andere het niet-onafhankelijk zijn van de SGD/geborgde dierenarts als knelpunt naar voren. Ook worden elementen uit Europese wetgeving, exporteisen en ketenaspecten in de borging gemist. De statutenwijziging die aanstaande is, geeft onafhankelijkheid van de SGD van de beroepsorganisaties en hierdoor de mogelijkheid om binnen de structuur van de Stichting Geborgde Dierenarts een oplossing te realiseren. Het SGD-bestuur heeft dit als positieve ontwikkeling benoemd in het overleg met NZO.

Om dit uit te werken is een verkenning nodig: wat zijn de omissies, wat zijn oplossingsrichtingen en voorwaarden en wat zijn de standpunten van de betrokken partijen: o.m. SGD/CvB, KNMvD, CPD, LTO melkveehouderij, NVWA, COKZ en EZ.

De NZO heeft Peter Franken gevraagd de rol van verkenner op zich te nemen. Peter Franken is ook voorzitter van het College van belanghebbenden Geborgde Rundveedierenarts. Om belangenverstrengeling te voorkomen heeft het SGD-bestuur op aangeven van het College van Belanghebbenden Geart Benedictus gevraagd om voor de duur van het onderzoek de rol van onafhankelijk voorzitter van dit College van Belanghebbenden op zich te nemen.

 
   
Geborgde Rundveedierenarts  
Rundveedierenarts  
   

Extra aandacht voor kalveropfok in de toetsing Bedrijfsgezondheidsplan

 

Het College van Belanghebbenden Geborgde Rundveedierenarts heeft besloten om het onderwerp ‘Kalveropfok’ extra aandacht te geven in de toetsing van de Bedrijfsgezondheidsplannen. Dit omdat dit onderwerp door de (rundvee)sector als belangrijk wordt ervaren en omdat het maatschappelijk in de belangstelling staat. De minimum-eisen die de SGD stelt zijn de afgelopen jaren uitgebreid met punten betreffende jongveeopfok. Ook om die reden is het goed om bij de beoordeling van de BGP´s  specifiek naar deze onderdelen te kijken.

Bij de analyse en beoordeling van de opfok van jonge kalveren worden ten minste de volgende elementen meegenomen:

  • de aandoeningen voor jongvee diarree, longontsteking, navelontsteking en sterfte
  • het antibioticagebruik bij de leeftijdscategorieën 0-56 dagen en 56 dagen – 1 jaar
  • toegepaste methode van onthoornen (inclusief verdoving/pijnstilling)
(= onderdeel uit SGD-besluit minimum-eisen bedrijfsgezondheidsplan en bedrijfsbehandelplan rundveesector).
 
   

Kosten van Toetsing BGP 2017 en van de steekproef BGP-toetsing  in 2018

 

Uitgangspunt van de SGD is, dat kosten worden toegerekend aan de dierenarts voor wie ze worden gemaakt. Daar waar dat onevenwichtig is, zoals bij steekproeven ten behoeve van het functioneren van het systeem van de SGD, worden ze toegerekend aan de SGD. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de onaangekondigde audits SGD-breed die in het najaar van 2017 worden uitgevoerd.

De kosten van de toetsing van het BGP bij een steekproef van geborgde rundveedierenartsen  in 2018 ten behoeve van de vrijstellingsregeling BGP in 2018, worden omgeslagen over alle geborgde rundveedierenartsen met 1-op-1 relaties. Dit gebeurt  door een (beperkte) opslag op de kosten van de BGP of IKM-toetsing in 2017. Er worden dus in 2018 geen kosten berekend aan geborgde rundveedierenartsen voor de steekproefsgewijze toetsing die samenhangt met de vrijstelling in 2018.

 
   
Geborgde Varkensdierenarts  
Varkensdierenarts  
   

Vervanging 1-op-1 overeenkomsten IKB Nederland Varkens

 

Vanaf 1 juli 2017 kan gebruik worden gemaakt van de overeenkomst versie 3.3 van de SGD of van de overeenkomst die met IKB Nederland Varkens is overeengekomen, te weten versie 4.0. Dit geldt voor alle nieuw af te sluiten overeenkomsten. ‘Oude’ SGD-model-overeenkomsten hoeven niet te worden vervangen, de ‘oude’ overeenkomsten van IKB Nederland Varkens dienen wel te worden vervangen daar deze niet gelijkwaardig zijn aan de SGD-overeenkomst. Met IKB Nederland Varkens is afgesproken dat ‘oude’ 1-op-1 overeenkomsten van IKB Nederland Varkens gedurende de tweede helft van 2017 worden vervangen door de overeenkomst versie 4.0 van IKB Nederland Varkens. Indien de Certificerende Instelling van de SGD een ‘oude’ overeenkomst constateert, zal ze hier wel melding van maken, maar tot 1 januari 2018 niet sanctioneren.

 
   

Registratie 1-op-1 overeenkomsten in database van IKB Nederland Varkens

 

De registratie van de 1-op-1 overeenkomst van de geborgde varkensdierenarts met een varkenshouder die is aangesloten bij IKB Nederland Varkens, kan geschieden in de database van IKB Nederland Varkens. De SGD heeft met de SDa een afspraak gemaakt om -tegelijk met het berekenen van de VBI - een toets te doen op het voorkomen van dubbele registraties.

 


Verplichte nascholing aangifteplichtige varkensdierziekten vóór 1-1-2018

 

De geborgde varkensdierenartsen die in het kader van de regeling Geborgde Varkensdierenarts verplicht zijn scholing over aangifteplichtige varkensdierziekten te volgen, hebben van de certificerende instelling Kiwa VERIN een mail ontvangen waar in staat dat nascholingsaanbieder iDiaLearn de nascholing verzorgt. Inmiddels heeft 20% van de geborgde dierenartsen deelgenomen. Geborgde varkensdierenartsen dienen vóór 1 januari 2018  deel te nemen aan de scholing.

 
   
Geborgde Pluimveedierenarts  
Pluimveedierenarts  
   

Er zijn geen wijzigingen in de regeling voor de Geborgde Pluimveedierenarts.

 

 
Geborgde Vleeskalverdierenarts  
Vleeskalverdierenarts  
   

Scholing/ intercollegiaal overleg  Bedrijfsgezondheidsplan

 

Iedere geborgde vleeskalverdierenarts dient vóór 1 januari 2018 te hebben deelgenomen aan intercollegiaal overleg over het Bedrijfsgezondheidsplan. Er zijn twee aanbieders: de Vakgroep Geneeskunde Vleeskalveren van de KNMvD en het CPD. Alle geborgde vleeskalverdierenartsen hebben van Kiwa VERIN informatie over het aanbod ontvangen. De getrainde procesbegeleiders die zelf Geborgde Vleeskalverdierenarts zijn, hebben door met elkaar aan een bijeenkomst deel te nemen ter voorbereiding  op de procesbegeleiding, reeds voldaan aan hun verplichting.

 
   

Attendering van kalverhouders op wijziging van de wachttijd bij aangepaste dosering n.a.v. mogelijkheid de dosering af te laten wijken van SPC in het nieuwe formularium

 

Het College van Belanghebbenden Geborgde Vleeskalverdierenarts doet een oproep aan alle geborgde vleeskalverdierenartsen om kalverhouders nadrukkelijk te wijzen op gewijzigde wachttijden, wanneer de kalverdierenarts een dosering voorschrijft die afwijkt van de bijsluiter van het diergeneesmiddel. M.n. wanneer een middel in een hogere dosering, dan wel gedurende langere tijd voorgeschreven wordt (het nieuwe formularium biedt die mogelijkheid voor een aantal diergeneesmiddelen), wordt de wachttijd vaak langer dan in de bijsluiter vermeld staat.